NB
Bij activering van een melder
anders dan de rookmelder licht het
lampje op de melder groen op om
aan te geven dat de batterij in goede
conditie is. Als het lampje geel
oplicht, is de batterij van de melder
bijna leeg en moet hij worden
vervangen. Op de rookmelder
knippert het rode lampje ongeveer
één keer per minuut wanneer de
batterij in goede conditie is.
Wanneer de batterij aan vervanging
toe is, laat de rookmelder één keer
per minuut een waarschuwingstoon
horen. Als de batterij op het punt
staat geheel leeg te raken, klinkt
uit de rookmelder een kort
rookalarm tot de batterij is
vervangen of helemaal leeg is.
Let op!
Neem contact op met uw
hoorspecialist voor problemen die niet
in dit hoofdstuk Probleemoplossing
worden behandeld. Indien u geen
hoorspecialist hebt, neem dan contact
op met de dichtstbijzijnde vestiging (zie
overzicht achterop deze brochure).