Afstandsbediening synchroniseren
met melders:
1. Controleer of alle melders op
dezelfde RF-code zijn ingesteld.
Verwijder het afdekplaatje aan de
achterzijde van de melder en zoek de
RF-code op. Zie hiervoor de
componenttekeningen in deze
gebruiksaanwijzing.
2. Kies een willekeurige combinatie van
hogere en lagere waarden en herhaal
dit voor alle melders.
3. Zet uw afstandsbediening in de
synchronisatiemodus door de
bevestigingsknop ongeveer 6
seconden ingedrukt te houden. Het
groene en het gele signaallampje
gaan afwisselend aan. Laat wanneer
dit gebeurt de bevestigingsknop los.
4. Druk terwijl de twee signaallampjes
op de afstandsbediening afwisselend
aangaan de testknop van een van de
melders in. De afstandsbediening is
gesynchroniseerd met de melders als
alle vier de signaallampjes
afwisselend aangaan.
5. Alle melders zijn nu gesynchroniseerd.
6. Druk ter controle de testknop van
een van de melders in. De
afstandsbediening moet nu gaan
trillen en het desbetreffende
signaallampje aangaan.
7. Herhaal stappen 3-6 als dat niet het
geval is.
De deurbelmelder een andere deurbel
laten herkennen
Als de melder het geluid van uw deurbel
niet herkent of een signaal naar uw
afstandsbediening zendt terwijl er niemand
aanbelt, kunt u de melder aanpassen.
Volg daartoe de volgende stappen:
1. Verzet de programmeerschakelaar
(aan de zijkant van de melder) van
normaal in de gewenste positie: Int.
Mic. 1 of Int. Mic. 2 of Ext. Mic. (voor
detectie via optionele Bellman
External Door Microphone).
2. Plaats de deurbelmelder in de buurt
van de deurbel.
3. Zorg ervoor dat het stil is.
4. Druk op de testknop van de
deurbelmelder.
5. Het lampje licht geel op om aan te
geven dat de deurbelmelder wacht
op het nieuwe deurbelgeluid.
6. Druk op de knop van de deurbel om
hem te laten klinken.
7. Het lampje op de deurbelmelder licht
groen op en knippert, terwijl de
melder het geluid analyseert.
8a. Wanneer de melder zich heeft
ingesteld op het nieuwe geluid, blijft
het groene lampje continu aan en is
de deurbelmelder klaar voor gebruik.
8b. Als de melder het geluid niet kan
analyseren, licht het lampje geel op.
U kunt de stappen 1 tot en met 6
herhalen om het opnieuw te
proberen. Indien ook dit mislukt, dan
maakt uw deurbel een geluid dat de
melder niet kan analyseren.
9. Zet de programmeerschakelaar van
de melder terug in de normale stand.