Bedieningsknoppen
Pijl omhoog: Wordt gebruikt om de cursor tussen parameters te verplaatsen en om
numerieke waarden te verhogen.
Pijl omlaag: Wordt gebruikt om de cursor tussen parameters naar beneden te verplaatsen
en om numerieke waarden te verlagen.
Mode (Modus): Wordt gebruikt om de modus Constante spanning, Constante stroom of
Constant vermogen te kiezen en stelt timerinstellingen in.
Constant: Wordt gebruikt om parameters van constante spanning, constante stroom of constant
vermogen in te stellen.
Start/Pause (Starten/pauzeren): Wordt gebruikt om de werking te starten of de stroom
tijdelijk te onderbreken voor een bewerking die aan de gang is zonder de elektroforese te
beëindigen en om stroom te hervatten na een pauze zonder de timer te resetten.
Stop (Stoppen): Wordt gebruikt om de werking te stoppen vanaf het actieve display.
Instructiehandleiding
|
7