5.4.2 Armsteunen
5.4.2.1 Hoogte afstellen (5 standen)
Verwijder de schroeven uit de
framebuis van de rugleuning en
stel de armsteunen af op de
gewenste hoogte. Breng
vervolgens de schroeven weer
aan en haal ze stevig aan (zie
afbeelding 5.4.4).
5.4.2.2 Omhoog klappen
De armsteunen kunnen omhoog worden geklapt om een transfer in en uit
de rolstoel gemakkelijker te maken (zie afbeelding 5.4.5).
5.4.3 Kniesteunen
Het is belangrijk dat de afstand tot de knie en hoogte van de kniesteunen en
de hoek en positie van de u-vormige steunen worden aangepast voordat de
sta-functie wordt geactiveerd.
5.4.3.1 Afstand tot knie afstellen
Draai de afstelbout vast of los totdat de gewenste afstand tot de knie is
bereikt. Houd een afstand aan van 3 tot 4 cm tussen de knie van de
gebruiker en de steun (zie afbeelding 5.4.6).
5.4.3.2 Hoogte afstellen (drie standen)
Verwijder de bout en schuif de kniesteun naar de gewenste hoogte.
Breng vervolgens de bout weer aan. en haal ze stevig aan De bovenste
rand van de kniesteun moet zich onder de knieschijf bevinden (zie
afbeelding 5.4.7).
5.4.3.3 Hoek afstellen
Draai de bevestigingsschroeven van de u-vormige steunen los en pas de
hoek van de steunen aan de lichaamsbouw van de gebruiker aan (zie
afbeelding 5.4.8).
5.4.3.4 Positie afstellen
Draai de bevestigingsschroeven van de u-vormige steunen los en schuif
de steunen naar links en rechts op de buis totdat ze in de juiste positie
staan.
Afbeelding 5.4.4
21
Afbeelding 5.4.5