Probleem
Het toestel kan niet worden bediend met de
afstandsbediening.
Externe apparaten kunnen niet worden bediend
met de afstandsbediening.
De afstandsbediening leert geen nieuwe functies.
Oorzaak
Het apparaat bevindt zich buiten het werkingsbereik.
De batterijen raken leeg.
De sensor van de afstandsbediening van het toestel wordt
blootgesteld aan direct zonlicht of sterke verlichting.
De afstandsbediening is ingesteld voor het bedienen van externe
apparaten.
De afstandsbedienings-ID van het toestel komt niet overeen met
die van de afstandsbediening.
De afstandsbediening is ingesteld voor het bedienen van het
apparaat.
De overeenkomstige afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
De batterijen van de afstandsbediening van het toestel en/of het
externe apparaat zijn bijna leeg.
De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is niet groot
genoeg.
De signaalcode of modulatie van de andere afstandsbediening is
niet compatibel met de afstandsbediening.
Het geheugen zit vol.
Nl
Oplossing
Gebruik de afstandsbediening binnen het werkingsbereik (p. 5).
Plaats nieuwe batterijen.
Pas de lichtval aan, of verplaats het toestel.
Druk op SOURCE/RECEIVER om de afstandsbediening in te stellen voor het
bedienen van het toestel (de toets brandt oranje).
Wijzig de afstandsbedienings-ID van het toestel of van de afstandsbediening
(p. 146).
Druk op SOURCE/RECEIVER om de afstandsbediening in te stellen voor het
bedienen van externe apparaten (de toets brandt groen).
Stel de afstandsbedieningscode opnieuw in (p. 149). Zelfs als de
afstandsbedieningscode correct is ingesteld, is het mogelijk dat sommige
producten niet reageren op de afstandsbediening.
Plaats nieuwe batterijen.
Houd de afstandsbedieningen op gepaste afstand van elkaar (p. 152).
In dat geval is leren niet mogelijk.
Wis onnodige toewijzingen om geheugen vrij te maken voor nieuwe functies
(p. 158).
162