Menu
Item
Delay Enable
Lipsync
Auto/Manual Select
Adjustment
Dynamic Range
Max Volume
Initial Volume
Pure Direct Mode
Sound
Adaptive DSP Level
CINEMA DSP 3D Mode
Virtual Presence Speaker
Virtual Surround Back Speaker
DAC Digital Filter
Object Decode Mode
Video
Video Mode
HDMI Control
HDMI
Audio Output
Standby Through
Network Connection
IP Address
Network Standby
Network
MAC Address Filter
Network Name
Bluetooth
Audio Receive
Disconnect
Bluetooth
Bluetooth Standby
Functie
Schakelt de Lipsync-aanpassing in/uit voor elke signaalbron.
Selecteert de methode om de vertraging tussen de video- en audio-uitgang aan te passen.
Past de vertraging tussen video- en audioweergave handmatig aan.
Selecteert de dynamische bereikaanpassingsmethode voor de weergave van bitstreamaudio (Dolby Digital- en
DTS-signalen).
Stelt het maximale volume in om een extreem geluidsvolume te voorkomen.
Stelt het eerste volume in op het moment dat het toestel wordt ingeschakeld.
Selecteert of videosignalen in de modus Pure Direct worden uitgevoerd.
Bepaalt of het effectniveau van CINEMA DSP moet worden aangepast.
3
Schakelt CINEMA DSP HD
in/uit.
Bepaalt of er een Virtual Presence Speaker (VPS) wordt gemaakt met de voorste, middelste en
surroundluidsprekers.
Selecteert of Virtual Surround Back Speaker (VSBS) moet worden gecreëerd met de surroundluidsprekers.
Selecteert het type digitale filter van de audio-DAC (digitaal-naar-analoogconverter).
Schakelt de weergave van objectgebaseerde audiosignalen zoals Dolby Atmos-inhoud in/uit.
Schakelt de verwerking van het videosignaal (resolutie, beeldverhouding en videoaanpassingen) in/uit.
Schakelt HDMI Control in/uit. U kunt eveneens de bijbehorende instellingen (zoals ARC en TV audiosignaal)
configureren.
Selecteert een apparaat voor het weergeven van audio.
Bepaalt of video/audio (invoer via HDMI-aansluitingen) moet worden uitgevoerd naar de tv als het apparaat in de
stand-bymodus staat.
Selecteert de netwerkverbindingsmethode.
Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres).
Bepaalt of dit toestel de functie die het toestel inschakelt vanaf andere netwerkapparaten moet worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
Stelt het MAC-adresfilter in om te verhinderen dat andere netwerkapparaten toegang krijgen tot het toestel.
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het netwerk) die op andere netwerkapparaten wordt
weergegeven.
Schakelt de
Bluetooth
-functies in/uit.
Beëindigt de
Bluetooth
-verbinding tussen het
Bepaalt of de functie die het toestel inschakelt vanaf andere
ingeschakeld/uitgeschakeld (
Bluetooth
-stand-by).
122
Nl
Bluetooth
-apparaat (zoals smartphones) en het toestel.
Bluetooth
-apparaten, moet worden
Pagina
128
128
129
129
129
129
129
129
130
130
130
130
130
131
133
133
134
134
135
135
136
136
137
79
137