Veranderen van de displayhelderheid
U kunt het display dimmen.
DIMMER
1
(tegelijkertijd)
DIM1
Het display wordt donkerder.
DIM2
De displayverlichting wordt
uitgeschakeld.
AUTO DIM
Wist de displayverlichting wanneer de
discweergave start.*
• Het display wordt verlicht wanneer de
weergave stopt.
* "AUTO DIM" werkt niet voor CD/MP3.
Veranderen van de beeldkarakteristieken
• Tijdens weergave van een beeld op de TV kunt u de reeds
vastgelegde beeldkarakteristieken kiezen of deze verder
naar wens afstellen en vastleggen.
Kiezen van reeds vastgelegde
beeldkarakteristieken
1
Toon tijdens weergave het VFP-instelscherm.
VFP
4
(tegelijkertijd)
2
Kies de beeldkarakteristieken.
PTY SELECT
PTY SELECT
NORMAL
Kies normaliter dit.
CINEMA
Geschikt voor een filmbron.
USER1/USER2
U kunt de diverse parameters instellen
en deze instellingen vastleggen.
Voor het wissen van het scherm, drukt u nogmaals op VFP
terwijl u SHIFT indrukt.
Instellen van de beeldkarakteristieken
1
Kies "USER1" of "USER2".
• Volg stappen 1 en 2 van de linkerkolom.
Remote
ONLY
DIM1
DIM2
AUTO DIM
DIM OFF
(geannuleerd)
Remote
ONLY
NORMAL
GAMMA
0
0
BRIGHTNESS
0
CONTRAST
0
SATURATION
0
TINT
0
SHARPNESS
Op de TV
NORMAL
CINEMA
USER2
USER1
2
Kies de in te stellen parameter.
TV CH
TV CH
GAMMA
Stel in indien de neutrale kleur te
licht of te donker is (–3 t/m +3).
BRIGHTNESS
Stel in indien het gehele beeld te licht
of te donker is (–8 t/m +8).
CONTRAST
Stel in indien de positie van veraf en
dichtbij onnatuurlijk is (–7 t/m +7).
SATURATION
Stel in indien het beeld te wit of te
zwart is (–7 t/m +7).
TINT
Stel in indien de huidskleur
onnatuurlijk is (–7 t/m +7).
SHARPNESS
Stel in indien het beeld onscherp is.
(–8 t/m +8).
3
Stel de parameter in.
TV CH
TV CH
4
Herhaal stappen 2 t/m 3 voor het instellen van andere
parameters.
Voor het wissen van het scherm, drukt u nogmaals op VFP
terwijl u SHIFT indrukt.
Instellen van het audio-ingangsniveau
Remote
ONLY
Indien het geluid van het component dat is verbonden met de
AUX aansluitingen te hard of te zacht klinkt bij het
veranderen van bron naar "AUX", kunt u het audio-
ingangsniveau voor de AUX aansluitingen instellen (zonder
het volumeniveau te veranderen).
Met "AUX" als bron gekozen...
2
sec.
CANCEL
SET
AUX LVL1
AUX LVL2
AUX LVL1
Kies wanneer het geluid te hard klinkt
(basisinstelling).
AUX LVL2
Kies wanneer het geluid niet hard
genoeg klinkt.
ENTER
ENTER
13