32
Storingsoorzaken
Rookontsnapping
•
Vochtig hout
•
Slechte trek in de schoorsteen
•
De schoorsteen heeft de verkeerde afmetingen in verhouding
tot de kachel
•
Controleer of het rookkanaal/de schoorsteen verstopt zit
•
Heeft de schoorsteen de juiste hoogte in verhouding tot de
omgeving?
•
Controleer aan de achteraansluiting of het rookkanaal de klep
in de schoorsteen blokkeert
•
Onderdruk in de ruimte
•
De deur wordt geopend voordat de gloed ver genoeg is opge-
brand
Het hout brandt te snel
•
De luchtkleppen zijn verkeerd geïnstalleerd
•
De vlamdwingplaten zijn fout geplaatst of ontbreken
•
Slecht brandmateriaal (afvalhout, pallethout, enz.)
•
Te veel trek in de schoorsteen
Roetaanslag op het glas
•
Foutieve instelling van de secundaire lucht
•
Te veel primaire lucht
•
Vochtig hout
•
Te grote stukken hout bij het aansteken
•
Slecht brandmateriaal (afvalhout, pallethout, enz.)
•
Te weinig trek in de schoorsteen
•
Onderdruk in de ruimte
Krachtige roetaanslag in de schoorsteen
•
Slechte verbranding (voer meer lucht aan)
•
Vochtig hout
Het oppervlak van de kachel wordt grijs
•
Oververhitting (zie stookinstructies)
Kachel geeft geen warmte af
•
Vochtig hout
•
Te weinig hout
•
Slecht hout met een lage warmtewaarde
•
Vlamdwingplaat zit niet correct
De kachel heeft een vieze geur en maakt een vre-
emd geluid
•
De eerste keer dat de kachel aan wordt gezet, zal de lak harden,
waardoor de kachel kan stinken. Open een raam of een deur
om te luchten en zorg ervoor dat de kachel goed warm wordt
om latere geuren te vermijden.
•
Tijdens het opwarmen en afkoelen kan uw kachel klikkende
geluiden maken. Dit wordt veroorzaakt door de grote tempera-
tuurverschillen waaraan het materiaal wordt blootgesteld en
duidt niet op eventuele productfouten.
STORINGSOORZAKEN
Het deurtje sluit niet
Na transport kan het vergrendelmechanisme zijn bewogen, waar-
door het deurtje niet kan worden gesloten. Het vergrendelmecha-
nisme kan snel op zijn plaats worden gedrukt.
Zie de onderstaande handleiding.
1. Verwijder de bovenplaat.
2. Vergrendelmechanisme.
3. Druk het vergrendelmechanisme op zijn plaats.
4. Plaats de bovenplaat terug.
÷