Overzicht
Overzicht
Overzicht
De drukregelaarset is bedoeld om het spuitpistool uit
te schakelen als er abnormale spuitomstandigheden
gedetecteerd worden om te voorkomen dat de
spuitmaterie niet naar verhouding gemengd wordt.
Er worden twee drukomzetters toegevoegd om
de vloeistofdrukniveaus A en B te lezen in het
uitlaatspruitstuk en de gegevens terug te sturen naar
de lokale controlemodule (LCM).
Het controlepaneel volgt het verschil op tussen de
drukniveaus A en B. Het controlepaneel stuurt een
alarmsignaal uit als de drukniveaus afwijken vanwege
een verstopping, lekkage of opraken van vloeistof.
Wanneer een alarmmelding aangeeft dat het
spuitpistool mogelijk uit verhouding is, schakelt
de luchtsolenoïde de luchttoevoer naar de
verhoudingsmotor uit. De lichttoren geeft aan dat er
een alarmsignaal uitgestuurd werd en de alarmcode
verschijnt op de LCM-display. För mer information se
Rekommendationer och larm, page
De volgende alarmen kunnen zich voordoen:
• Drukverschil (B>A)
• Drukverschil (A>B)
• Druk A hoog
• Druk B hoog
• Luchtsolenoïde ontkoppeld
• Druk A ontkoppeld
• Druk B ontkoppeld
3A2140G
Bedieningsvenster
Bedieningsvenster
Bedieningsvenster
Onder het
Onder
Onder
De luchtmotor mag automatisch werken in de
circulatiemodus met een geel lampje telkens
als de vloeistofdrukniveaus onder het minimale
spuitdrukniveau zakken. Op die manier kan het
systeem laden en kunnen de vloeistoffen circuleren
zonder alarmmeldingen of defecten.
Boven het
Boven
Boven
Als het controlepaneel registreert dat de
vloeistofdrukniveaus gedurende 3-30 seconden
boven het minimale spuitdrukniveau liggen en de
drukniveaus in evenwicht zijn binnen de vooraf
ingestelde grenzen, wordt de opvolgingsmodus
automatisch opgestart en verandert het groene
lampje op de lichttoren naar constant groen. Als
het controlepaneel binnen de 30 seconden na
het overstijgen van het minimale spuitdrukniveau
geen drukniveaus in evenwicht registreert, wordt
een alarmsignaal uitgestuurd en de luchtmotor
12.
uitgeschakeld. De minimale standaarddruk bedraagt
2000 psi (14 MPa, 138 bar). Start de instelmodus
op om het minimale spuitdrukniveau indien nodig te
wijzigen.
Maximale spuitdrukniveau
Maximale
Maximale
Het controlepaneel stuurt een alarmsignaal uit en
schakelt het systeem uit als hij A of B registreert
boven de maximale werkdruk van 7250 psi (50 MPa,
500 bar). Start de instelmodus op om de instelling
voor de maximaal toegestane druk te verlagen.
het minimale
minimale spuitdrukniveau
spuitdrukniveau
het
minimale
spuitdrukniveau
het minimale
minimale spuitdrukniveau
spuitdrukniveau
het
minimale
spuitdrukniveau
spuitdrukniveau
spuitdrukniveau
Overzicht
3