1.
1. Selecteer Hulpprogramma's (Utilities) bij
2.
2. Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning).
Controleer voor het uitvoeren van de diepte-reiniging of de printer aan staat.
Controleer het volgende. Voer daarna zo nodig een diepte-reiniging uit.
•
Is er nog voldoende inkt?
3.
3. Diepte-reiniging uitvoeren
Klik op Ja (Yes).
De diepte-reiniging van de printkop wordt gestart.
4. Diepte-reiniging voltooien
4.
Vervolgens wordt het bericht voor afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen
weergegeven.
5. Controleer de resultaten
5.
Klik op Ja (Yes) om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Nee (No) als u deze
controle niet wilt uitvoeren.
Belangrijk
• Bij Diepte-reiniging (Deep Cleaning) wordt meer inkt gebruikt dan bij Reinigen (Cleaning).
Wanneer u de printkop vaak reinigt, zal de inktvoorraad van uw printer snel afnemen. Voer alleen een
diepte-reiniging uit wanneer dit noodzakelijk is.
• Als de afdrukresultaten niet verbeteren nadat u een Diepte-reiniging (Deep Cleaning) hebt
uitgevoerd, zet u de printer uit, wacht u 24 uur zonder de stekker te verwijderen en voert u vervolgens
nogmaals een Diepte-reiniging (Deep Cleaning) uit. Als de afdrukresultaten nog steeds niet zijn
verbeterd, voert u een Inktvervanging (Ink Flush) uit.
Bij een Inktvervanging (Ink Flush) wordt veel inkt verbruikt.
Inktvervanging (Ink Flush)
Voer een Inktvervanging (Ink Flush) uit als de afdrukresultaten niet verbeteren nadat u een Diepte-
reiniging (Deep Cleaning) hebt uitgevoerd.
1. Selecteer Hulpprogramma's (Utilities) bij Externe UI.
1.
2. Klik op Inktvervanging (Ink Flush).
2.
Selecteer de inktgroep waarvoor een inktvervanging moet worden uitgevoerd.
Controleer of de printer aanstaat voordat u een inktvervanging uitvoert.
Controleer het volgende. Voer daarna zo nodig een inktvervanging uit.
•
Is er nog voldoende inkt?
3. Inktvervanging uitvoeren
3.
Externe
UI.
103