CONTUNU BRANDEN
Het gaat erom een zo hoog mogelijke temperatuur in de verbrandingskamer te krijgen. Daarmee worden de kachel en het brand-
materiaal zo goed mogelijk benut en wordt er een schone verbranding verkregen. Op deze manier wordt roetaanslag op de bekle-
ding van de verbrandingskamer en op het glas voorkomen. Bij het branden moet u de rook niet kunnen zien, maar alleen ontwaren
door een beweging van de lucht.
¬
Wanneer de kachel in de aansteekfase goed gloeit, kan het eigenlijke branden beginnen
¬
Vul de kachel bij met 3 stukken hout met een gewicht van ong. 0,6-0,8 kg en een lengte van ong. 25-40 cm
LET OP: Let op! Het is belangrijk dat het hout zo snel mogelijk gaat branden en daarom wordt aanbevolen de primaire luchtto-
evoer maximaal te openen. Het branden met een te lage temperatuur en te weinig primaire lucht kan resulteren in het aanmaken
van gassen die de kachel kunnen beschadigen.
¬
Bij het bijvullen met hout moet de glazen deur altijd voorzichtig worden geopend om het ontsnappen van rook te voor komen
¬
Vul nooit bij met hout als het vuur nog goed brandt
Bij de EN 13229-test werd de kachel gestookt zoals op de afbeelding te zien is:
Met drie stukken berk van elk 250 mm - met een totaal gewicht van 1,95 kg
Primaire luchtklep 50% open - secundaire luchtklep 60% open
WAARSCHUWING VOOR OVERVERHITTING
Als de kachel voortdurend wordt gestookt met grotere hoeveelheden hout dan aanbevolen en/of te veel lucht krijgt, dan kan dit
een sterke warmteontwikkeling veroorzaken. De kachel en omringende wanden kunnen hierdoor beschadigd raken. Wij raden
daarom aan dat u nooit meer dan de maximale hoeveelheid brandmateriaal stookt (Zie "Technische gegevens").
WERKING TIJDENS VERSCHILLENDE WEERSOMSTANDIGHEDEN
De manier waarop de wind van invloed is op de schoorsteen, kan een grote impact hebben op hoe de kachel onder verschillende
windinvloeden reageert. Het kan dan nodig zijn de luchttoevoer aan te passen om een goede verbranding te krijgen. Het kan
handig zijn om een klep in het rookkanaal te monteren om op die manier de schoorsteentrek onder wisselende windinvloeden te
kunnen regelen.
Mist en nevel kunnen ook een grote invloed hebben op de schoorsteentrek en het kan dan ook nodig zijn andere instellingen van
de verbrandingslucht te gebruiken om een goede verbranding te bereiken.
STOKEN IN HET VOORJAAR EN NAJAAR
In de overgangsperiode van het voorjaar/najaar, als er minder behoefte aan warmte is, raden wij aan om één keer topdown-ver-
branding uit te voeren, misschien door twee stukken hout zoals hierboven bij te vullen, om ervoor te zorgen dat de bekleding van
de verbrandingskamer goed schoonbrandt.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Pas op! Delen van de kachel en speciaal de uitwendige oppervlakken zullen warm worden tijdens het branden. De nodige
voorzichtigheid is geboden.
¬
Leeg de as nooit in een brandbare tank. Het as kan na het branden een lange tijd nagloeien.
¬
Wanneer de kachel niet in gebruik is, kan de regelschuif gesloten worden om de trek door de kachel te voorkomen.
¬
Na stilstand gedurende een langere periode moet men vóór het aansteken de rookkanalen controleren op eventuele
blokkeringen voor het aansteken.
LET OP! Plaats nooit brandbaar materiaal in de stralingszone van de kachel!
33