Druk de informatie over netwerkinstellingen af.
Controle 3
Zie 'Stap 1' tot 'Stap 5' in
Controleer in de afgedrukte informatie over de netwerkinstellingen of het item '2-2' niet 'C-8' is. Als dit het geval
is, is het aantal verbonden printers te hoog.
Bij Draadloos direct kunnen maximaal 5 apparaten worden verbonden.
Wanneer u extra apparaten wilt verbinden, koppelt u alle apparaten los die niet worden gebruikt, voordat u
nieuwe apparaten toevoegt.
Controleer of de printer is geselecteerd als verbinding voor verschillende
Controle 4
apparaten (bijv. computer/smartphone/tablet).
Selecteer de netwerknaam (SSID) voor Draadloos direct die voor de printer is opgegeven als bestemming van
de verbinding voor apparaten.
Controleer de bestemming op uw apparaat.
Raadpleeg voor meer informatie de instructiehandleiding van het apparaat of ga naar de website van de
fabrikant.
Als u de netwerknaam (SSID) voor Draadloos direct voor de printer wilt controleren, geeft u deze weer op het
bedieningspaneel van de printer of drukt u de informatie over de netwerkinstellingen van de printer af.
•
• Weergave op het bedieningspaneel van de printer.
LAN-instellingen
•
• Druk de netwerkinstellingen af.
Netwerkinstellingen afdrukken
Controleer of het wachtwoord voor Draadloos direct dat is ingesteld voor de
Controle 5
printer, juist is ingevoerd.
Als u het wachtwoord voor de printer wilt controleren, geeft u dit weer op het bedieningspaneel van de printer
of drukt u de informatie over de netwerkinstellingen van de printer af.
•
• Weergave op het bedieningspaneel van de printer.
LAN-instellingen
•
• Druk de netwerkinstellingen af.
Netwerkinstellingen afdrukken
Controleer of de printer niet te ver van het apparaat is geplaatst.
Controle 6
Als de afstand tussen de printer en het apparaat te groot is, kan de draadloze communicatie verslechteren.
Plaats de printer en het apparaat dicht bij elkaar.
Kan de printer niet vinden in het netwerk/Kan niet
afdrukken.
472