Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties
kunnen bij gebruik van de component mogelijke gevaren voor
personen of schade aan machine- of installatieonderdelen
niet uitgesloten worden. In dit opzicht moet u ook de eisen
van de norm ISO 14119 in acht nemen.
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die
voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze
bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik
van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant
toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant
uitgesloten.
Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen
of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere
eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is
uit veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend
geval de fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit
voortvloeiende schade.
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelgegevens
Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types:
BNS 303-12Z
-2187
➀
Nr.
Optie
Beschrijving
zonder LED
➀
G
Met LED
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover
zij overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
De veiligheidssensor is ontworpen voor gebruik in veiligheidscircuits,
waar hij de positie van bewegende beschermvoorzieningen bewaakt
volgens ISO 14119 en IEC 60947-5-3. Voor het bedienen van de
veiligheidssensoren mogen uitsluitend de bediensleutels BPS 300,
BPS 303 of BOS 303 SS gebruikt worden.
De veiligheidsschakelaars worden gebruikt voor toepassingen,
waarbij de gevaarlijke toestand bij het openen van de veiligheidsdeur
zonder vertraging beëindigd wordt.
De veiligheidsschakelcomponenten zijn volgens ISO 14119
als type 4 vergrendelvoorzieningen geclassificeerd.
De norm IEC 60947-5-3 wordt alleen vervuld door het volledige
systeem bestaande uit veiligheidssensor (BNS 303-12Z(G)-2187),
bediensleutel (BPS 300/BPS 303 of BPS 303 SS) en veiligheidsmodule
(AES, SRB). De aansluiting van meer dan twee veiligheidssensoren
BNS 303-12Z op de veiligheidsmodule AES 7112 of AES 1102 / 1112 is
niet mogelijk. Bij het aansluiten van slechts een veiligheidssensor : zie
handleiding veiilgheidsmodule AES 7112 of AES 1102 / 1112.
De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen
en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en
afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau.
Het volledige concept van de besturing, waarin de
veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd
worden volgens de relevante normen.
2
2.4 Technische gegevens
Normen:
Behuizing:
Aandraaimoment:
voor moeren
Beschermingsgraad:
Aansluitwijze:
Aansluitkabel:
Werkingsprincipe:
Bediensleutel:
BPS 300, BPS 303, BPS 303 SS, gecodeerd
Codeerniveau volgens ISO 14119:
Grensafstanden:
Zekere schakelafstand s
:
ao
Zekere uitschakelafstand s
ar
Weergave schakeltoestand:
Schakelspanning:
Schakelstroom:
Schakelvermogen:
Vereiste kortsluitstroom:
Omgevingstemperatuur:
Opslag- en
transporttemperatuur:
Max. schakelfrequentie:
Schokbestendigheid:
Trillingsbestendigheid:
2.5 Veiligheidsclassificatie
Voorschriften:
B
(NC/NO contact):
10D
Gebruiksduur:
B
10D
n
MTTF
D
0,1 x n
op
(Vermeldingen kunnen variëren afhankelijk van de
toepassingsspecifieke parameters h
Als meerdere veiligheidscomponenten in serie geschakeld worden,
dan degradeert onder bepaalde omstandigheden het Performance
Level volgens ISO 13849-1 door de verminderde foutherkenning.
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
• Montage uitsluitend toegelaten in spanningsloze toestand
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet als aanslag
gebruikt worden
• De montagepositie van de veiligheidssensor is willekeurig,
maar de bedieningsvlakken moeten tegenover elkaar staan.
• Bevestig de veiligheidssensor en de bedienmagneet onlosmakelijk
aan de beschermvoorziening
• Schroef de beide moeren in de voorziene montageopeningen
om de veiligheidssensor te bevestigen
(max. aandraaimoment 300 Ncm).
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet in sterke
magnetische velden geïnstalleerd worden
• Montage op ferromagnetisch materiaal van de veiligheidssensor en
bediensleutel moet, indien mogelijk, vermeden worden.
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet aan sterke
vibraties en hevige schokken blootgesteld worden
• Houd de veiligheidssensor en de bediensleutel vrij van metalen
spanen
• Montageafstand tussen twee sensoren min. 50 mm
NL
BNS 303-...-2187
IEC 60947-5-3, BG-GS-ET-14
glasvezelversterkte thermoplast
sleutelwijdte 36 max. 300 Ncm
IP67 volgens IEC 60529
6 x 0,25 mm²
:
LED alleen met bestelindex G
zonder LED: max. 100 VAC/DC
met LED: max. 24 VDC
zonder LED: max. 400 mA
met LED: max. 10 mA
zonder LED: max. 10 VA/W
met LED: max. 240 mW
−25 °C ... +70 °C
−25 °C ... +70 °C
30 g / 11 ms
10 ... 55 Hz, amplitude 1 mm
ISO 13849-1
bij 20% contactlast
d
x
h
x
3600
s/h
op
op
op
t
cycle
, d
en t
en de belasting.)
op
op
cycle
Kabel LIYY
magnetisch
laag
5 mm
15 mm
100 A
5 Hz
25.000.000
20 jaar
Advertenties
Inhoudsopgave
