Download Print deze pagina

B.E.G. SMARTHOME SD3-Q Montage- En Gebruikshandleiding pagina 2

Advertenties

5.
Verwijder de vergrendelingspen
met een schroevendraaier
6.
Verwijder de vergrendelingspen
Met een schroevendraaier
5. Werking
Test
Met de testknop kan de werking van de detector getest worden.
Wanneer de elektronica, het alarmsignaal en de batterij wer-
ken, klinkt een alarmtoon. Als er geen alarmsignaal klinkt, kan
dit komen door een defecte batterij of een andere storing. Meer
informatie vindt u in het hoofdstuk „Storingen verhelpen". Ge-
bruik NOOIT een open vlam om de rookmelder te testen. U kunt
hierdoor de rookmelder beschadigen of brandbare materialen
ontsteken en brand veroorzaken.
LET OP: Blijf bij het testen van de rookmelder altijd op ongeveer
een armlengte afstand van het apparaat in verband met de
hoge geluidssterkte (>85 Db). Controleer de rookmelder
eenmaal per week om een goede werking te garanderen. Een
onregelmatig of zacht signaal van uw rookmelder kan duiden
op een defecte rookmelder. Lees hierover het gedeelte „Storin-
gen verhelpen".
LED-indicatie
De rode LED knippert eenmaal per 40 seconden:
Dit geeft aan dat de rookmelder goed werkt.
De rode LED knippert elke seconde:
De rode LED knippert elke seconde zodra op de testknop wordt
gedrukt of wanneer de rookmelder verbrandingsdeeltjes in de
lucht waarneemt en overgaat naar de alarmmodus (aanhouden-
de pulserende toon). De LED blijft knipperen en de pulserende
alarmtoon houdt aan tot zich geen verbrandingsdeeltjes meer in
de lucht bevinden of de testknop wordt losgelaten.
De rode LED knippert eenmaal per 8 seconden:
De rode LED geeft aan dat de mute-functie (mute-modus) van de
rookmelder is geactiveerd.
De rode LED knippert eenmaal per 40 seconden in combinatie
met een pieptoon:
Dit geeft aan dat de rookmelder een zwakke batterij heeft ge-
detecteerd. U kunt op de testknop drukken om deze waarschu-
wing gedurende 10 uur te onderbreken. Na 10 uur wordt de
waarschuwing automatisch opnieuw gegenereerd. In dit geval
moet u het apparaat onmiddellijk vervangen.
Het alarm uitschakelen (mute-modus)
Rookmelders zijn zo ontworpen dat vals alarm tot een minimum
beperkt blijft. Toch kan het voorkomen dat apparaten onge-
wenst worden geactiveerd, bijvoorbeeld door stof, insecten
of kookdampen. In deze situatie kan het apparaat gedurende
10 minuten tot zwijgen worden gebracht. Hiervoor moet de
testknop bij een geactiveerd alarm eenmaal kort worden inge-
drukt. Na het indrukken van de testknop wordt het apparaat
stil en knippert de LED om de 8 seconden om aan te geven
dat de mute-modus is geactiveerd. De rookmelder wordt na
ongeveer 10 minuten automatisch gereset. Als na deze periode
nog steeds rookdeeltjes aanwezig zijn, gaat het alarm opnieuw
af. De mute-modus kan zo vaak opnieuw ingeschakeld tot het
apparaat geen verbrandingsdeeltjes meer herkend.
LET OP: Voordat u de mute-modus activeert, moet de oorzaak
van de rookontwikkeling gevonden worden.
GEVAAR: Wanneer het alarm afgaat (en niet net wordt
gecontroleerd), betekent dit dat het apparaat rook waarneemt.
ALS HET ALARM AFGAAT, VEREIST DIT UW ONMIDDELLIJKE
AANDACHT EN MOETEN ER MAATREGELEN WORDEN
GENOMEN.
Onderhoud en reiniging
Naast de wekelijkse test is een maandelijkse reiniging vereist
om stof, vuil te verwijderen.
Deze rookmelder is voorzien van een batterijcontrole. Wanneer
de batterij zwak wordt, laat de melder gedurende een periode
van ten minste 30 dagen ongeveer elke 40 seconden een
pieptoon horen waarbij de LED tegelijkertijd knippert. Wanneer
de batterij defect is of zich andere storingen voordoen, kunt u
het gedeelte „Storingen verhelpen" raadplegen.
WAARSCHUWING: De rookmelder mag niet worden geverfd!
WAARSCHUWING: De batterij is verzegeld in de melder inge-
bouwd en kan niet worden vervangen. Vervang de rookmelder
door een nieuw exemplaar, wanneer u de pieptoon hoort die
aangeeft dat de batterij zwak is.
BELANGRIJK: Open nooit de afdekking om de binnenkant van de
rookmelder te reinigen.
Reparatie
Let op: Probeer nooit de rookmelder zelf te repareren. Wanneer
de rookmelder niet goed werkt, wordt u verzocht contact op te
nemen met uw verantwoordelijke leverancier.
Storingen verhelpen
Het alarm gaat niet af bij het testen.
1. De rookmelder moet voor de installatie worden ge-
activeerd. Informatie hierover vindt u in het hoofdstuk
„Installatie".
2. Reinig de rookmelder. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk
„Onderhoud en reiniging".
3. Mochten zich tijdens de garantieperiode toch nog
storingen voordoen, moet u het apparaat onmiddellijk
omruilen.
De rookmelder piept en de rode LED knippert elke 40 seconden.
1. De batterij is zwak. Vervang de rookmelder
De rookmelder piept elke 40 seconden (het apparaat bevindt
zich in de storingsmodus).
1. Reinig de rookmelder. Raadpleeg hiervoor het hoof-
dstuk „Onderhoud en reiniging".
2. Vervang het defecte apparaat door een nieuwe rook-
melder.
Op onregelmatige tijden geeft de rookmelder vals alarm of het
alarm gaat af wanneer bewoners koken, douchen, enzovoort.
1. Druk op de testknop om het alarm te onderbreken
2. Reinig de rookmelder. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk
„Onderhoud en reiniging".
3. Monteer de rookmelder op een andere plaats en druk op
de testknop.
De alarmtoon klinkt anders dan normaal.
1. Reinig de rookmelder. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk
„Onderhoud en reiniging".
2. Start vervolgens een testalarm om het geluid opnieuw
te controleren.
3. Als de storing zich nog steeds voordoet, moet het
apparaat worden vervangen.
Brandbeveiligingsmaatregelen
Wanneer het alarm afgaat (en u niet op de testknop hebt
gedrukt), waarschuwt de rookmelder u voor een gevaarlijke
situatie. Dit vereist een onmiddellijke reactie.
Om u op dergelijke gebeurtenissen voor te bereiden, ontwikkelt
u vluchtplannen voor uw gezin, bespreekt u deze met alle leden
van het huishouden en oefent u regelmatig hiermee.
1. Demonstreer iedereen het testalarm van de rookmelder en
leg uit wat dit lawaai betekent.
2. Wijs voor elk vertrek twee uitgangen aan en bepaal vanuit
elke uitgang een vluchtweg naar buiten.
3. Instrueer alle leden van het huishouden de deur aan te raken
en een andere uitgang te gebruiken, wanneer de deur warm
is. Vertel ze dat ze de deur niet mogen openen wanneer
deze warm is.
4. Instrueer de leden van het huishouden in deze situatie over
de vloer te kruipen om onder gevaarlijke rook, dampen en
gassen te blijven.
5. Spreek met alle leden van het huishouden een veilige verza-
melplaats buiten de woning af.
6. Technische gegevens
Nominal voltage:
3 VDC
Batterij:
CR123A (vast ingebouwd)
Stroomverbruik:
<8μA (standby), <50mA (alarm)
Optische indicatie:
Rode LED
Geluidssterkte:
>85 dB(A) bij 3 m
Alarmgevoeligheid:
0,11-0,16 dB/m
Mute:
ca. 10 minuten
Normen:
DIN EN14604:2005/AC-2008
Cover size:
100 x 38 mm (Ø x H)
Bedrijfstemperatuur:
0°C tot +40 °C
CPR Nummer:
0786 - CPR - 21420
Gewicht
(zonder batterij):
Ca. 103 g
Meer informatie vindt u op:
http://www.luxomat.com
Brück Electronic GmbH
Gerberstraße 33
51789 Lindlar
De batterijen in onze toestellen voldoen aan de wettelijke
bepalingen. Let op het volgende:
1. Onze producten bevatten niet-oplaadbare lithium batteri-
jen; type Pairdeer CR123A 3V.
2. Breng de lege batterijen naar een recyclagecentrum of
verzamelpunt om de negatieve impact op milieu en gezond-
heid te vermijden.
3. Batterijen moeten enkel leeg teruggebracht worden. Bedek
de contactpunten bij lithiumbatterijen.
4. Uit de gerecycleerde batterijen worden waardevolle
materialen gehaald zoals zink, ijzer, nikkel, etc.
5. Het vuilbak symbooltje met een kruis over, duid aan dat
de batterij niet bij het gewone huisvuil gedeponeerd mag
worden.
G215002

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

94216