Demping
Dempen van het volume.
Druk op de toets [ATT].
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de
dempingsfunctie in- of uitgeschakeld.
Wanneer ingeschakeld, wordt "ATT" getoond.
Audioregeling
1
Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de toets [SRC].
2
Activeer de audioregelfunctie
Druk op de knop [VOL].
3
Kies het in te stellen audio-item
Druk op de knop [VOL].
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt,
veranderen de instelbare items zoals hieronder
wordt getoond.
4
Stel het item in
Draai aan de knop [VOL].
Instelitem
Display
1
Achtervolume *
"Rear Volume" 0 — 35
Subwooferniveau*
2,3
"Sub-W Level" –15 — +15
Balans
"Balance"
Fader*
3
"Fader"
Sluit de audioregelfunctie (volumeregelfunctie) af
1
• *
U kunt dit item regelen wanneer "2 ZONE" van
<Audio-instelling> (blz. 12) is ingesteld op "ON".
2
• *
U kunt dit item regelen wanneer Keuze subwoofer
van <Geluidsbeheersysteem> (blz. 14) is ingesteld
op een ander item dan "None".
3
• *
U kunt dit item regelen wanneer
<Subwooferuitvoer> (blz. 11) is ingesteld op "SW
ON".
• *
3
U kunt dit item regelen wanneer "2 ZONE" van
<Audio-instelling> (blz. 12) is ingesteld op "OFF".
5
Sluit de audioregelfunctie af
Druk op een willekeurige toets.
Druk op om het even welke toets, behalve de
knop [VOL] en de toetsen [ANG] en [ATT].
Instelbereik
Links 15 — Rechts 15
Achteraan 15 — Vooraan 15
Subwooferuitvoer
In- of uitschakelen van de subwooferuitvoer.
Houd [AM] van de regelknop ten minste 2
seconden ingedrukt.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, wordt de
subwooferuitvoer in- of uitgeschakeld.
Wanneer ingeschakeld, wordt "SW ON" getoond.
• U kunt dit item regelen wanneer Keuze subwoofer
van <Geluidsbeheersysteem> (blz. 14) is ingesteld op
een ander item dan "None".
• U kunt deze functie regelen wanneer "2 ZONE" in
<Audio-instelling> (blz. 12) is ingesteld op "OFF".
|
11
Nederlands