TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN OPGEVEN
Kies eerst het tablet en het apparaat waarvoor u een toepassingsspecifieke instelling wilt maken. Klik
vervolgens op de knop [ + ] in de T
INSTELLINGEN TOEVOEGEN
Kies een van de twee methoden
om een toepassing te selecteren:
•
Open de toepassing waarvan
u de instellingen aan uw eigen
voorkeuren wilt aanpassen en
selecteer die toepassing
vervolgens in het vak A
.
TOEPASSINGEN
•
B
naar het uitvoerbare
LADER
bestand van een op uw
computer geïnstalleerde
toepassing.
Uw selectie wordt toegevoegd aan
het vak G
ESELECTEERDE
.
TOEPASSING
Klik op OK om het proces te
voltooien.
Opmerking: als twee
programma's dezelfde
bestandsnaam hebben, delen ze
dezelfde aangepaste instellingen.
Als een toepassing eenmaal is toegevoegd, wordt deze weergegeven in de T
bijbehorende apparaat in de A
de tabbladinstellingen van het regelpaneel aan voor het gewenste apparaat en de geselecteerde
toepassing.
Als u eenmaal toepassingsspecifieke instellingen hebt gemaakt, maken de toepassingen die niet op deze
manier zijn aangepast gebruik van de apparaatinstellingen van A
Tip: pas eerst de instellingen van één toepassing aan. Zodra u vertrouwd bent met het gebruik van
toepassingsspecifieke instellingen, kunt u specifieke instellingen voor andere toepassingen opgeven.
Inhoud
OEPASSINGENLIJST
verschijnt.
CTIEVE
is geselecteerd. Selecteer de toepassing en pas vervolgens
PPARATENLIJST
Inhoud
Index
. Het dialoogvenster T
LLE OVERIGE
Index
OEPASSING VOOR AANGEPASTE
Toont de naam van
de geselecteerde
toepassing.
Klik op OK om
uw selectie te
bevestigen en het
dialoogvenster
te sluiten.
zodra het
OEPASSINGENLIJST
.
56
56