Inhoudsopgave
Advertenties
FA ROTEX RoCon UFH - 08/2016
Belangrijke factoren die het draadloos bereik reduceren:
Metalen scheidingswanden of holle wanden met isolatiewol
op metaalfolie
Tussenvloeren met panelen van metaal of koolvezel
Stalen meubilair of glas met metaalcoating
Montage van de knop op metalen wand
(normaliter 30 % bereikverlies)
Gebruik metalen schakelaarframe
(normaliter 30 % bereikverlies)
Zendapparaten die hoogfrequente signalen uitzenden
Brandwerende wanden, liftschachten, trappenhuizen en servicezo-
nes moeten als afscherming worden beschouwd.
Afscherming kan door verplaatsing van de zend- of ontvangeranten-
ne uit de dead spot worden verholpen of door gebruik van een
repeater.
Doordringingshoek
De hoek waarmee het gezonden signaal op de wand terechtkomt
speelt een belangrijke rol. Indien mogelijk moeten de signalen verti-
caal door het muurwerk lopen. Muurnissen moeten worden voorko-
men.
Antennemontage
De ontvangstantenne of een ontvanger met geïntegreerde antenne
moeten niet op dezelfde wand als de zender worden gemonteerd.
Beter is montage op het aansluitende of tegenoverliggende wand-
vlak. Indien mogelijk moeten de antennes een afstand van > 10 cm
tot hoeken in de ruimte hebben.
De ideale montageplaats van de ontvangerantenne is een centraal
punt in de ruimte.
Een 'magneetvoetantenne' moet op een zo groot mogelijk metalen
oppervlak worden geplakt om een effectieve tegenpool te creëren.
De montage kan zeer eenvoudig bijvoorbeeld op een ventilatiebuis
plaatsvinden.
Afstanden van de ontvangers tot andere storingsbronnen
De ontvangerafstand tot andere zenders (bijv. GSM / DECT / Wirel-
ess LAN) en hoogfrequente storingsbronnen (computer-, audio- en
video-installaties) moet > 50 cm bedragen.
Zenders daarentegen kunnen probleemloos naast andere zenders
en storingsbronnen worden gemonteerd.
Algemene informatie over EnOcean®-Draadloos
55
Advertenties
Inhoudsopgave
