5 Inbedrijfstelling
4.10.2
De instellingen voor gasconversie
wijzigen
1 Ga naar de betrokken pagina in het menu via de
gebruikersinterface. Selecteer service-instellingen door aan de
linkse draaiknop te draaien.
2 Druk op de "Enter"-toets en kies het wachtwoord (742) door de
rechtse draaiknop te gebruiken en opnieuw op de "Enter"-toets
te drukken.
3 Kies de "C"-parameters met de linkse draaiknop en druk op de
"Enter"-toets.
4 Kies "CE" en druk op de "Enter"-toets. Het wachtwoord zal
opnieuw worden gevraagd. Kies het wachtwoord (115) en druk
op de "Enter"-toets.
5 Kies "C0" en druk op de "Enter"-toets.
6 Voor conversie naar LPG kiest u "1" met de rechtse draaiknop
en drukt u op de "Enter"-toets. Voor conversie naar aardgas
kiest u "0" met de rechtse draaiknop en drukt u op de "Enter"-
toets.
7 Verlaat het menuscherm en keer terug naar het startscherm via
de "Back"-toets.
INFORMATIE
Wanneer een conversie wordt uitgevoerd, zal het gebruikte
gassoort op het identificatielabel moeten worden vermeld.
5
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Enkel erkende personen mogen de unit in bedrijf stellen.
VOORZICHTIG
Voorafgaande elektrische controles van het systeem zoals
controle
van
de
aardingsweerstand en kortsluitingen moeten door een
vakkundig persoon worden uitgevoerd met een geschikte
testmeter.
5.1
De condensatieopvangbak vullen
INFORMATIE
Het water moet in de binnenste buis worden gegoten.
Vul de condensatieopvangbak door er 0,2 liter water in te gieten via
de rookgasafvoer van de boiler.
Installatiehandleiding
26
aardingscontinuïteit,
polariteit,
5.2
Gas-lucht verhouding: moet niet
worden aangepast
De installateur moet de gas-lucht verhouding niet aanpassen omdat
de boiler is uitgerust met een hiertoe voorziene elektronische
afstelfunctie.
5.3
Controle op gaslekken
GEVAAR
Deze controle moet worden uitgevoerd alvorens kan
worden overgegaan tot de volgende stappen.
1 Sluit kleppen 1, 2 en 3 voordat u de unit aansluit op de
hoofdstroomtoevoer.
2 Sluit een manometer aan op de gasstroomteller.
3 Open kleppen 1, 2 en 3.
4 Sluit klep 1.
5 Noteer de waarde die op de manometer wordt aangegeven en
wacht 10 minuten.
6 Vergelijk na 10 minuten de waarde op de manometer met de
initiële waarde. Als de druk is afgenomen, betekent dit dat er
een gaslek is. Controleer de gasleiding en -aansluitstukken.
7 Herhaal deze procedure tot u zeker bent dat er geen lek is.
8 Sluit klep 1, verwijder de manometer en open klep 1 opnieuw.
1
2
5.4
De unit in bedrijf stellen
Legende - Gebruikersinterface:
D2CND024A1/4AB + D2TND012~024A4AB
3
Wandgemonteerde condensatieboiler
3P469346-3N – 2019.11