a
d
a
Linkse draaiknop
b
LCD-scherm
c
Rechtse draaiknop
d
Stand / Reset
e
Statusindicator
f
Annuleren / Terug
g
Menu / Enter
1 Zorg ervoor dat het systeem gevuld is met water en volledig is
ontlucht zoals beschreven in deze handleiding.
2 Controleer of de afsluitkleppen van de centrale verwarming en
het warm tapwater open staan.
3 Controleer of de dienstkraan van het gas open staat.
4 Sluit
de
unit
aan
op
gebruikersinterface zal actief worden.
5.4.1
De centrale verwarming in bedrijf stellen
1 Zet de unit in de winterstand via de "Stand"-knop op de
gebruikersinterface. ( - en
scherm.)
2 Stel de instellingstemperatuur voor de centrale verwarming in
op het maximum via de linkse draaiknop. Controleer of alle
externe
controle-elementen
kamerthermostaat, als die op de unit zijn aangesloten, warmte
vragen.
3 De besturingseenheid van de boiler doorloopt nu de
ontstekingsfase. De statusindicator zal onafgebroken blauw
oplichten als er een vlam is.
wanneer de centrale verwarming actief is.
INFORMATIE
Nadat de boiler voor de eerste keer AAN werd gezet, zal
de
capaciteit
van
de
12 minuten niet boven een vooraf ingestelde capaciteit
gaan, ook als er vraag is.
▪ Eerste
0~2
gasafstellingssysteem ijkt zichzelf.
▪ De volgende 8~10 minuten: de boiler voert de
lagewatertemperatuurfunctie uit. U kunt deze functie
overslaan door 5 seconden op de knop Annuleren te
drukken.
5.4.2
De rookgasafvoeruitstoot meten
OPMERKING
Controleer
of
alle
watercirculatie toegestaan is.
1 Verander de bedrijfsmodus naar stand-by.
D2CND024A1/4AB + D2TND012~024A4AB
Wandgemonteerde condensatieboiler
3P469346-3N – 2019.11
b
c
e
f
g
de
hoofdstroomtoevoer.
-pictogrammen verschijnen op het
zoals
de
buitensensor
-pictogram zal knipperen
boiler
gedurende
ongeveer
minuten:
het
elektronische
radiatorkranen
open
staan
2 Alvorens u de "sweeper"-stand activeert, dient het gasanalyse-
apparaat op de correcte positie op de rookafvoer worden
gemonteerd.
3 Om de "sweeper"-stand te activeren, houdt u de "Annuleren"-
en "Menu"-knoppen samen 5 seconden ingedrukt. In de
"sweeper"-stand kan de boiler aan de maximale en minimale
capaciteit worden gebruikt, onafhankelijk van de warmtevraag.
4 Wanneer de "sweeper"-stand geactiveerd is, zal de tekst "tst -
100" op het scherm verschijnen. Dit betekent dat de boiler aan
nominale capaciteit werken. Controleer de CO
nominale capaciteit.
5 Om tussen nominale en minimale capaciteiten te schakelen,
drukt u op de "Stand"-knop. De tekst "tst - xx" zal op het scherm
verschijnen. Dit betekent dat de boiler aan minimale capaciteit
werkt. Controleer de CO
6 Om de "sweeper"-stand te verlaten, houd u de "Annuleren"- en
"Menu"-knoppen samen 5 seconden ingedrukt. De "sweeper"-
stand zal worden uitgeschakeld en de boiler zal terugkeren
naar de normale bedrijfsstand. De "sweeper"-stand wordt ook
automatisch uitgeschakeld na 15 minuten.
INFORMATIE
"xx" verwijst naar de minimale procentuele capaciteit en
deze waarde kan verschillen naargelang het model.
De CO
-waarden moeten binnen de grenzen zijn zoals aangegeven
2
in de onderstaande tabel.
CO
-uitstoot
2
CO
-uitstoot bij nominale en
2
minimale warmte-invoer (G20)
De
CO
-uitstoot bij nominale en
2
minimale warmte-invoer (G31)
Gasinlaatdruk
G20 (min. / max.)
G31 (min. / max.)
5.4.3
De capaciteitsinstelling van de centrale
verwarming in bedrijf stellen
en
De capaciteit van de centrale verwarming van de boiler kan worden
geregeld via het bedieningspaneel. Als het warmteverlies van de
installatie veel kleiner is dan de nominale capaciteit van de boiler, is
het aan te raden om de nominale capaciteit van de boiler te verlagen
tot de capaciteit van de installatie. Raadpleeg hiervoor de
onderhoudsinstructies.
5.4.4
Het warm tapwater in bedrijf stellen
(Enkel voor modellen D2CND024A1AB en D2CND024A4AB)
1 Stel de instellingstemperatuur voor het warm tapwater in op het
maximum via de rechtse draaiknop.
2 Zet de warm-waterkranen volledig open en zorg dat het water
er geheel onbelemmerd uit kan stromen.
3
-pictogram zal knipperen wanneer de verwarming voor warm
tapwater actief is.
4 Meet de inlaattemperatuur van het warm tapwater. (Koud water
afgenomen van de kranen)
5 Controleer of de temperatuurstijging van het warm tapwater
ongeveer 34°C bedraagt.
en
5 Inbedrijfstelling
-waarden aan
2
-waarden aan minimale capaciteit.
2
Toestel
Waarde
%
9,0 ± 0,8
%
11,3 ± 1,0
Toestel
Waarde
mbar
17 / 30
mbar
25 / 45
Installatiehandleiding
27