11. Instellen van de functies
Instellen van de gewenste functie
1. Druk op de START/STOP-toets.
De airconditioner start.
2. Druk op de MODE-toets en selecteer de gewenste functie.
Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen
de functies in de onderstaande volgorde:
Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer
op de display.
Instellen van de temperatuur (SET TEMP.)
Druk op de SET TEMP.-toets.
+ toets: Druk op deze toets om de temperatuur te verhogen.
- toets: Druk op deze toets om de temperatuur te verlagen.
Temperatuurbereik:
Automatisch (AUTO)
Verwarmen
Koelen/Ontvochtigen (COOL/ DRY)
De temperatuur insteltoets kan niet worden gebruikt tijdens
de circulatiefunctie. De temperatuur verschijnt niet op de
display van de afstandsbediening.
• De ingestelde temperatuur kan beschouwd worden als een
standaard die een kleine afwijking kan vertonen van de actuele
ruimtetemperatuur.
Instellen van de luchtsnelheid (FAN)
Druk op de FAN-toets.
Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen de
snelheden in de onderstaande volgorde:
Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer
op de display.
16
18° C tot 30° C
16° C tot 30° C
18° C tot 30° C
Example: When set to AUTO.