8. Over de werking
Over de energiebesparende functie
Op maximaal vermogen bedraagt de caspacitiet van de energiebesparende functie ongeveer 70% van
de normale koel- en verwarmingscapaciteit. In de foelfunctie zorgt de energiebesparende functie
voor een betere ontvochtiging. Deze functie is vooral handig als u de ruimte wilt ontvochtigen zonder
al te veel temperatuurdaling. Tijdens de energiebesparende functie verandert de thermostaatinstelling
automatisch om te voorkomen dat de ruimte teveel gekoeld of verwearmd wordt.
• Als de ruimte niet voldoende gekoeld of verwarmd wordt, schakel dan de normale werking weer in.
• Tijdens de MONITOR periode van de automatische functie wordt de energiebesparende functie
niet gestart als u de functietoets indrukt.
Ontdooien
• Wanneer de buitentemperatuur laag is en het vochtigheidsgehalte hoog, zal er ijsvorming in de
buitenunit optreden. Dit reduceert de verwarmingscapaciteit. Als dit gebeurt zal de computer auto-
matisch de ontdooifunctie (DEFROST) starten. Gedurende de ontdooifunctie zal de ventilator
van de binnenunit stoppen met draaien en
zichtbaar worden. Het kan tussen de 4 en 15 minuten duren voordat de ventilator opnieuw start.
Groepsbediening
Eén afstandsbediening kan tot 16 airconditioners bedienen. Alle units worden volgens dezelfde
instellingen bediend.
Axtra afstandsbedieningen
Er kunnen maximaal twee afstandsbedieningen worden aangsloten. De airconditioner kan met beide
afstandsbedieningen worden bediend. De TIMER-functies van de slave unit kunnen echter niet
met beide afstandsbedieningen worden ingesteld.
Gelijktijdig gebruik van meerdere units
• Er kan geen gebruik worden gemaakt op de volgende gebruikswijzen:
Als de binnenunit is ingesteld op een functie welke hij niet kan uitvoeren, wordt
de afstandsbediening en de unit schakelt naar de stand-by stand.
- Verwarming- en koelfunctie (of ontvochtigen).
- Verwarming- en circulatiefunctie.
• De gebruikswijze (verwarming- of koeling-(ontvochtigen) functie) van de binnenunit zal bepaald
worden door de binnenunit die als eerste in gebruik genomen is. Als de binnenunit is gestart met de
circulatiefunctie wordt de functie van de buitenunit niet beïnvloed.
Bijvoorbeeld: als de binnenunit (A) is gestart met de circulatiefunctie en daarna de binnenunit (B)
met de verwarmingsfunctie, dan zal binnenunit (A) tijdelijk starten met de circulatiefunctie. Maar
wanneer binnenunit (B) in gebruik zal worden genomen met de verwarmingsfunctie zal het stand-
by lampje (rood) van binnenunit (A) gaan knipperen (1 sec. aa; 1 sec. uit) en daarna overgaan in de
stand-by functie. Binnenunit (B) zal dan in gebruik worden genomen en gaan verwarmen.
zal op de display van de afstandsbediening
zichtbaar op
13