BEDIENINGSHANDLEIDING
geselecteerd
INSCHAKELTIJD INSTELLEN
(PROGRAMMA 1):
AM
7.
PM
ON
8. Om het uur te kiezen, drukt u op de
OFF
1
2
9. Druk op de knop
10. Om de minuten te kiezen, drukt u op
11. Druk op de knop
UITSCHAKELTIJD INSTELLEN
(PROGRAMMA 1):
AM
12.
PM
ON
13. Om het uur te kiezen, drukt u op de
OFF
1
2
14. Druk op de knop
15. Om de minuten te kiezen, drukt u op
16. Druk op de knop
OPM.:
Ofwel gaat u door naar PROGRAMMA 2 en stelt u de in-
en uitschakeltijden in, ofwel stopt u de programmering en
blijft PROGRAMMA 2 gedeactiveerd.
OPM.:
PROGRAMMA 1 en 2 gebruiken dezelfde inschakel-
(Thermostatisch) en uitschakeltemperaturen voor
en Dagtimer ( , , , , , , ). Zodra een nieuwe in-
schakel- (Thermostatisch) en / of uitschakeltemperatuur is
ingesteld, wordt deze temperatuur de nieuwe standaard-
temperatuur.
OPM.:
Als
,
of Dagtimer geprogrammeerd zijn voor de
in- en uitschakeltijden van PROGRAMMA 1 en PRO-
GRAMMA 2, worden deze de nieuwe standaardtijden.
Om de tijdstippen en temperaturen voor in- en uitschake-
ling van PROGRAMMA 1 en PROGRAMMA 2 te wissen,
moet u de batterijen verwijderen.
of Dagtimer ( , , , , , , ) geselecteerd
▪ Stel de in- en uitschakeltijd in volgens dezelfde procedure als
bij "
geselecteerd" (hierboven).
▪
: In- en uitschakeltijd instellen voor zowel zaterdag als zon-
dag.
▪ Dagtimer: U kunt afzonderlijke in- en uitschakeltijden instel-
len voor één weekdag, voor meerdere weekdagen of voor alle
weekdagen.
▪ Wacht om de instelling te voltooien.
, ,
verschijnt,
verschijnt
kortstondig en het uur knippert.
knop
of
.
om te bevesti-
gen.
, ,
verschijnt,
schijnt kortstondig en de minuten
knipperen.
de knop
of
.
om te bevestigen.
, ,
verschijnt,
verschijnt
kortstondig en het uur knippert.
knop
of
.
om te bevesti-
gen.
, ,
verschijnt,
schijnt kortstondig en de minuten
knipperen.
de knop
of
.
om te bevestigen.
AUX-FUNCTIE (2E BRANDERFUNCTIE)
De vergrendelende elektromagnetische klep opent automatisch
na ontsteking of na het uitschakelen van het systeem, zodat de
maximale gastoevoer naar beide branders wordt aangevoerd die
het ontstekingsproces ondersteunen. Nadat u op de AUX-knop
hebt gedrukt, draait de motor 7 seconden lang in de AAN-richting
totdat de maximale positie is bereikt.
ver-
AM
PM
ON
OFF
1 2
OPM.:
De Vergrendeld magneetventiel kan niet handmatig wor-
ver-
den bediend. Als de batterij van de ontvanger leeg is, blijft
de ontvanger in de laatste bedrijfsstand.
ECOMODUS
AM
,
WERKING CIRCULATIEVENTILATOR
De circulatieventilator heeft 4 snelheden gaande van laag (1 bar)
naar hoog (4 bar).
AM
OPM.:
Als de ventilator na het laatste gebruik niet uitgeschakeld
werd, start hij 4 minuten na ontsteking automatisch bij
maximaal toerental op en gaat na 10 seconden naar het
laatst ingestelde niveau. De ventilator stopt 10 minuten
na uitschakeling van het gas of overschakeling naar de
waakvlam.
UITSLUITEND VOOR OEM-GEBRUIK
AAN:
Om een brander in te schakelen, drukt
u op de knop
.
verschijnt.
UIT:
Om de brander uit te schakelen, drukt u
op de knop
.
verdwijnt.
AAN:
Druk op de knop
om de Ecomodus te
selecteren.
verschijnt.
UIT:
Druk op de knop
verdwijnt.
INSTELLEN:
1. Druk op de knop
en houd deze in-
gedrukt tot
knippert.
2. Druk op de knop
om de ventilator-
snelheid te verhogen en op de knop
om de ventilatorsnelheid te verla-
gen.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt
u op de knop
of wacht u.
schijnt.
UIT:
Druk op de knop
tot alle 4 snelheids-
balken verdwijnen.
ver-
31 / 34