Wanneer de instelling voor het papierformaat voor afdrukken bijvoorbeeld A5 is en de op het LCD-
scherm geconfigureerde instelling voor het papierformaat A4 is, gebruikt de printer de instelling A5
om af te drukken op het geplaatste papier.
Afdrukken na het vervangen van papier
U kunt afdrukken na het vervangen van papier dat in de achterste lade is geplaatst.
Wanneer de instelling voor het papierformaat voor afdrukken bijvoorbeeld A5 is en de op het
LCD-scherm geconfigureerde instelling voor het papierformaat A4 is, moet u papier van A5-formaat
plaatsen voordat u start met afdrukken.
Afdrukken annuleren
Druk op de knop Stoppen (Stop) om het afdrukken te annuleren en wijzig de instelling voor het
papierformaat dat is opgegeven voor afdrukken. Probeer opnieuw af te drukken.
227