•
oppervlakteruis - hiermee kunt u de opgevangen echoloodsignalen nabij het wateroppervlak
weergeven of verbergen. Als u de oppervlakteruis verbergt, wordt de weergave overzichtelijker.
•
Witte lijn - hiermee markeert u het sterkste signaal vanaf de bodem, zodat u gemakkelijker kunt
zien hoe hard of zacht de waargenomen objecten zijn.
alle sterke retoursignalen worden wit gemarkeerd weergegeven. Bij de instelling
alleen de sterkst waargenomen objecten wit gemarkeerd.
•
kiel offset (alleen zichtbaar wanneer er geen snelheidswieltje is bevestigd; zie Transducer
hierna als er wel een snelheidswieltje aanwezig is) - hiermee verplaatst u het punt dat als
oppervlak wordt gezien naar de kiel, zodat u de diepte meet vanaf het laagste punt van de
kiel in plaats van vanaf de transducer. Voer voor deze afstand een positief getal in. U kunt een
negatief getal invoeren als u wilt compenseren voor een grote boot die een paar voet diep in
het water ligt. Gebruik de
SELECT.
Transducer aan oppervlak
Transducer aan onderste
•
Transducer (alleen zichtbaar als er wel een snelheidswieltje aanwezig is) - selecteer
offset
om te verplaatsen naar de diepte van een kiel. Stel deze functie in zoals hierboven
beschreven.
Selecteer
kalibreer watersnelheid
snelheidswieltje wilt kalibreren. Volg daarbij de instructies op het scherm.
•
Cijfers - hiermee kunt u de watertemperatuur, watersnelheid (als u een snelheidsgevoelige
transducer of een apart snelheidswieltje heeft) en de accuspanning weergeven of verbergen.
Fishfinder 300C Verkorte handleiding
TUimelknop
Voer een positief (+) getal in
om de diepte onder de
kiel weer te geven.
punt van de kiel
Voer een negatief (-) getal
in om de diepte vanaf het
oppervlak weer te geven.
als u een snelheidsgevoelige transducer of een apart
Hoog
is de gevoeligste instelling. Vrijwel
om de offset aan te passen en druk vervolgens op
laag
worden
kiel