8 De installatie van de binnenunit voltooien
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van
koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn
aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
7.1
Specificaties van standaard
bedradingscomponenten
OPMERKING
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te
gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai
de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde
krimpklem. Meer informatie vindt u in "Richtlijnen voor het
aansluiten van de elektrische bedrading" in de uitgebreide
handleiding voor de installateur.
Onderdeel
Kabel tussen de units
Spanning
(binnen↔buiten)
Draaddikte
7.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
OPMERKING
▪ Houd de voedingskabel en de transmissiekabel van
elkaar gescheiden. De transmissiebedrading en de
voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
▪ Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm
van elkaar worden gehouden om eventuele elektrische
storingen te voorkomen.
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven
in de montagehandleiding en conform met de nationale elektrische
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
1 Plaats de binnenunit op de haken van de montageplaat. Maak
hierbij gebruik van de " "-aanduidingen.
a
b
c
a
Montageplaat (accessoire)
b
Verbindingskabel
c
Kabelgeleiding
Montagehandleiding
10
220~240 V
Gebruik alleen
geharmoniseerde draad met
dubbele isolatie en geschikt
voor de toepasselijke
spanning
4-aderige kabel
2
1,5 mm²~2,5 mm
(gebaseerd op de
buitenunit)
2 Open het voorpaneel en dan het servicedeksel. Zie de
uitgebreide handleiding voor de installateur voor de stappen
voor het openen. Voor de locatie van de uitgebreide
handleiding
voor
de
documentatie" [ 4 4].
3 Steek de kabel tussen de units van de buitenunit door de
doorvoeropening in de muur, door de achterkant van de
binnenunit en door de voorkant.
Opmerking:
Draai isolatietape rond de uiteinden van de kabel
tussen de units als hij al op voorhand gestript was.
4 Buig het uiteinde van de kabel omhoog.
a
Klemmenstrook
b
Elektrische componentenblok
c
Kabelklem
5 Strip de draad ongeveer 15 mm af.
6 Sluit de draden aan op de klemnummers met dezelfde kleur op
de klemmenblokken van de binnenunit en draai de draden
stevig vast op de overeenkomstige klemmen.
7 Sluit de aardingskabel aan op de overeenkomstige klem.
8 Maak de draden goed vast met de klemschroeven.
9 Trek aan de draden om te controleren of ze goed vastzitten, en
bevestig ze dan met de kabelbevestiging.
10 Leid de draden zo dat het servicedeksel goed kan worden
gesloten, en sluit dan het servicedeksel.
8
De installatie van de
binnenunit voltooien
8.1
Afvoerleiding, koelmiddelleiding en
kabel tussen de units isoleren
1 Nadat de afvoerleiding, koelmiddelleiding en elektrische
bedrading klaar zijn. Wikkel de koelmiddelleiding, kabel tussen
de units en afvoerslang samen met isolatietape. Laat de tape bij
elke omwikkeling minstens de helft van de breedte overlappen.
installateur,
zie
"1
Over
a
b
c
FTXTP-M_ATXTP-M
Daikin kamerairconditioner
3P650253-2S – 2022.11
de