Inhoudsopgave
Advertenties
6. Ingebruikneming
Voordat onze producten worden gebruikt, moeten ze worden gecontroleerd op hun geschiktheid
voor de beoogde toepassing.
Let bij drinkwatertoepassingen in het bijzonder op de waterkwaliteit op de plaats van gebruik. Als de
drinkwaterkwaliteit kritisch is, neem dan passende maatregelen (bijv. waterbehandeling) om func-
tiestoringen en/of beschadigingen, zoals corrosieschade, te voorkomen.
Controleer toelaatbare grenswaarden, bijv. voor elektrisch geleidingsvermogen, pH-waarde, water-
hardheid, ammoniumconcentratie.
Zie voor meer informatie het "Docfinder"-gedeelte op:
"Opmerkingen over waterkwaliteit, voorkoming van kalkaanslag en corrosie in systemen met decen-
trale waterverwarming".
Na montage- of onderhoudswerkzaamheden en voorafgaand aan de inbedrijfstelling moeten alle media-
leidingen volgens de bestaande plannen worden aangesloten en de juiste staat worden vastgesteld.
Er dient voor te worden gezorgd dat alle materialen, gereedschappen en andere apparatuur die no-
dig zijn voor de uitvoering uit het werkgebied van het apparaat zijn verwijderd.
6.1 Spoelen en vullen
Opmerking voor de installateur:
Verwarmingssystemen moeten vóór de inbedrijfstelling worden gespoeld volgens de plaatselijke
voorschriften, zoals DIN EN 14336, VOB ATV C DIN 18380 of volgens VDI 2035. Nadat de installatie
voor het eerst gevuld is dient de circulatiepomp ca. 1 uur te lopen, voordat deze voor langere tijd
mag worden uitgezet.
Voor het opstarten moet de installatie zorgvuldig worden gespoeld.
Alle verbindingen moeten worden gecontroleerd en eventueel worden nagetrokken.
Schroefkoppelingen moet na het natrekken worden geborgd.
Na het vullen van de installatie moet het station worden ontlucht en de verwarmingsinstallatie evt.
worden bijgevuld.
6.2 Eerste inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling kan plaatsvinden nadat het station is gespoeld, gevuld en aan een druktest is onderworpen.
Alle installaties aan de verwarmingszijde en de zijde van het sanitair moeten zijn afgesloten.
Tijdens het opstarten moet het station af en toe worden ontlucht (ontluchtingsopties: zie paragraaf 4.5).
De eerste inbedrijfstelling dient te worden uitgevoerd door een opgeleide specialist en de instellin-
gen moeten worden vastgelegd in een logboek (voor latere onderhoudswerkzaamheden).
Neem bij de inbedrijfsstelling ook de in hoofdstuk 7 vermelde aanwijzingen, richtwaarden
resp. instelwaarden voor de toegepaste regelkranen in acht.
De voedingsspanning van regelaars moet permanent zijn wanneer de installatie gevuld is, vooral
voor de pompen en servomotoren.
Voor een succesvolle inbedrijfstelling moet aan de volgende eisen worden voldaan:
-
Alle onderdelen van het systeem worden geïnstalleerd en gemonteerd.
-
Het gehele systeem is dicht en lekvrij.
-
Alle noodzakelijke elektrische aansluitingen zijn gemaakt.
Wij behouden ons het recht voor om de constructie en de technische specificaties van onze producten te wijzigen.
www.flamcogroup.com
71
Advertenties
Inhoudsopgave
