5.7.3 Joystick bediening - Rijden
Wanneer de tuimel schakelaar op de rij functie is gezet, druk de activeer knop voor het vrijgeven
van de rij functie.
De bewegingssnelheden van de functies die middels de joystick worden bediend zijn
proportioneel, dit houdt in dat: hoe verder u de joystick uit de neutrale stand beweegt, zoveel
sneller zal de machine bewegen.
Beiden joysticks bedienen elk een afzonderlijke track. Linker joystick voor de linker track en vice
versa.
Sturen
Sturen geschiedt middels de 2 joysticks. Zoals eerder al is aangegeven bedient elke joystick een
afzonderlijke track (linker joystick - linker track / rechter joystick - rechter track).
Indien een bocht naar rechts gemaakt moet worden, moet de rechter track langzamer gaan of in
stilstand zijn. Een track langzamer laten gaan is dmv de joystick minder ver naar voren te
bewegen. Voor een bocht naar links werkt het precies andersom.
Rijden met de Hoogwerker - achteruit
Activeer de rij-functies. Bedien beide joysticks naar beneden.
Test Functies
•
Controleer of de rijsnelheid in ratio is met de beweging van de joystick.
•
Het loslaten van de joysticks zal de joysticks doen terugkeren naar hun rustpositie en de
beweging stoppen.
•
Druk, met de hoogwerker in beweging de noodstop in. De hoogwerker dient direct tot
stilstand te komen.
Remmen
De remmen worden automatisch vrijgegeven bij het bedienen van de rijfuncties.
De remmen worden automatisch ingeschakeld zodra met rijden wordt gestopt.
Gebruikershandleiding Omega 400TS - series
400TS - SERIES