Gebruikershandleiding
5. Configureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
❏ Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen configureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG. Nadat
u de indeling hebt geselecteerd waarin u wilt opslaan, selecteert u in de lijst Opties.
❏ Bestandsnaam: controleer de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
❏ Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande afbeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
6. Controleer of de hendel voor paginascheiding op de scanner correct is ingesteld.
Als u normale originelen wilt scannen, zoals papier van A4-formaat, stelt u de hendel in op
invoer). Als u bijzondere originelen wilt scannen, zoals gevouwen documenten, plastic kaarten of carrier
sheets, stelt u de hendel in op
7. Klik op Scannen.
De gescande afbeelding wordt in de door u opgegeven map opgeslagen.
Gerelateerde informatie
"Originelen plaatsen" op pagina 23
&
"Epson Scan 2" op pagina 14
&
"Een resolutie instellen die past bij het scandoel" op pagina 53
&
Basisbediening scannen
(niet-gescheiden invoer).
52
(gescheiden