3.4 Bediening
3.4.6
S
Q
P
R
D
Haken
D
Sleufhaak
E
C-haak
K
Boorgat
L
Boorgat
M
Kogelblokkeerbout
N
Aanslag
Vrijgegeven hakensets uitsluitend gebruiken met
hefinrichting 83 30 2 456 428_A!
3.4.7
K
L
N
O
1.
S
R
Vergrendelde slede (C)
3.4.6
Bij het gebruik van de sleufhaken (D) of de C-haken (E), de ko-
gelknop (Q) voor het aanbrengen van de betreffende haak aan
de last naar boven trekken. Alle vier haken in het aangegeven
opnamepunt van de last aanbrengen (zie BMW-reparatiehand-
leiding). Bij het aanbrengen van een sleufhaak (D) of C-haak (E)
aan de last:
•
Ervoor zorgen dat het drukstuk (P) boven het opnamepunt
van de last staat (zie afbeelding 3.4.6).
•
De kogelknop (Q) loslaten om de sleufhaak (D) of de C-haak
(E) aan de last te vergrendelen.
Gevaar voor vallende lasten door een haak die
onvoldoende is vastgehaakt!
12
S
Q
P
R
E
O
Bovenste gedeelte
P
Drukstuk
Q
Kogelkop
R
Invoerhulpmiddel
S
Ketting
2.
M
Dat kan ernstig letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
•
Ervoor zorgen dat het drukstuk van elke haak boven het op-
namepunt komt te liggen.
•
Ervoor zorgen dat de haak niet zelfstandig uit het opname-
punt van de last kan vallen.
De kettingen (S) op de juiste lengte instellen.
Tabel 3.4.8
Het bovenste gedeelte (O) van elke slede (C) terugschuiven tot
tegen de andere aanslag (N).
3.4.7
Alle vier sleden (C) en kettingen (S) aan de draagarmen (A) be-
vestigen. Daarvoor de kogelblokkeerbouten (M) door de sleden
(C) en door beide platen van de draagarmen (A) steken.
Gevaar voor vallende lasten als gevolg van onbe-
vestigde sleden!
Dat kan ernstig letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
•
Alle vier sleden aan de hefinrichting bevestigen.
•
De kogelblokkeerbouten volledig door de sleden steken en
de knop loslaten om te vergrendelen.
•
Nooit een kogelblokkeerbout losmaken terwijl er een last
aan de hefinrichting hangt.
A
Indien nodig de invoerhulpmiddelen (R) in de boorgaten (L) van
de sleden (C) steken om het omlaag vallen van de kettingen (S)
te verhinderen. Indien noodzakelijk controleren of alle beves-
tigingspunten van de last losgemaakt zijn en dat de last niet
tijdens het heffen in het voertuig blijft hangen (zie de BMW-re-
paratiehandleiding).
De last voorzichtig met de werkplaatskraan heffen (zie BMW-re-
paratiehandleiding). Ervoor zorgen dat de hefinrichting en de
last horizontaal hangen.
Is dat niet het geval, de last weer neerzetten. De instelling van
de draagarmen (A) en sleden (C) controleren. Indien noodzake-
lijk de instelling van de draagarmen (A), van de ketting (S) en de
slede (C) corrigeren.