Monteer de twee inlaatfilters die u daarvoor
gedemonteerd
heeft
luchtverspreider. De filters moeten er op de
betreffende plaatsen in aangebracht worden
door erop te drukken.
5 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.1
Voorwoord
De voedingsspanning mag nooit
lager zijn dan 205 V a.c. en de frequentie
moet stabiel zijn op 50 Hz.
Buiten
werkingstemperatuurbereik
rendement van de airconditioner drastisch
terug.
De
airconditioner
bestaat uit negen fundamentele delen:
•
compressor die de taak heeft om het
koelmiddel (gas) in de installatie te laten
circuleren;
•
condensator die de taak heeft om het
koelmiddel te koelen en ervoor te zorgen
dat het koelmiddel van de gasvormige
toestand
in
de
overgaat;
•
verdamper
die,
verandering van de toestand van het
koelmiddel, de taak heeft om de lucht die
erdoor heen stroomt te koelen;
•
twee ventilatoren die de taak hebben om
de lucht die door de condensator en
verdamper stroomt te bewegen;
•
elektromagnetische klep die de taak
heeft om het circuleren van het gas om te
schakelen
om
verwarmingsfunctie te verkrijgen;
•
afstandsbediening om de gewenste
functie te kunnen programmeren;
•
ontvanger die in de stromingsspreider
geplaatst is en die de taak heeft om de
signalen van de afstandsbediening te
ontvangen;
•
elektronische kaart die de taak heeft om
de
signalen
van
ontvangen en ze om te zetten in
bedieningen voor de diverse elektrische
onderdelen van de airconditioner.
DUALCLIMA 8400H
weer
in
de
het
aangegeven
loopt
het
DUALCLIMA
8400H
vloeibare
toestand
gekoeld
door
de
de
koel-
of
de
de
ontvanger
te
De airconditioner DUALCLIMA 8400H kan in
de zomerperiode koude lucht verstrekken en
in de winterperiode warme lucht.
Alvorens de airconditioner in werking te
stellen, nadat uw voertuig lange tijd in de zon
heeft gestaan, doet u er goed aan om de
deuren en de ramen open te zetten om de
warmte die binnen is ontstaan te laten
ontsnappen.
binnentemperatuur hetzelfde niveau als de
buitentemperatuur heeft bereikt alle ramen en
deuren
weer
airconditioningsinstallatie in werking. Doe de
ramen en de deuren nu niet meer open, maar
doe dit alleen als het nodig is.
5.2
Controles vooraf
Alvorens de airconditioner aan te zetten moet
u enkele eenvoudige handelingen verrichten.
•
Controleer
condensafvoeropeningen
zijn.
•
Controleer of de voedingsspanning en -
frequentie
overeenstemmen
vereiste gegevens.
•
Controleer
of
luchtcirculatie in de betreffende leidingen
en ventilatieopeningen kan belemmeren.
De ventilatieroosters aan de buitenkant
moeten altijd vrij zijn om ervoor te kunnen
zorgen
dat
airconditioner altijd uiterst doeltreffend is.
Bij de eerste inschakeling met de
afstandsbediening starten de ventilatie en
de
compressor
seconden. Na een uitschakeling, zal de
compressor op het moment dat het
apparaat opnieuw ingeschakeld wordt pas
minimaal 3 minuten nadat het apparaat
uitgeschakeld
functioneren.
12
Doe
zodra
dicht
en
stel
of
niet
verstopt
met
er
niets
is
dat
de
werking
van
binnen
een
paar
was
weer
gaan
Rev.007
de
de
de
de
de
de