6.3.12
De veiligheidsthermostaat (normaal
gesloten contact) aansluiten
Draden: 2×0,75 mm²
Maximumlengte: 50 m.
Contact voor de veiligheidsthermostaat: 16 V-
gelijkstroomdetectie (spanning geleverd door printplaat). Het
spanningsvrije contact zorgt voor een minimale belasting van
15 V gelijkstroom, 10 mA.
[9.8.1]=3 (Voeding met voordeel tarief elektriciteit
= Veiligheidsthermostaat)
1 Open
de
volgende
zaken
openen" [ 4 10]):
1 Paneel van de gebruikersinterface
2 Schakelkast
3 Deksel van de schakelkast
4 Bovenste deksel
2 Sluit de kabel van de veiligheidsthermostaat (normaal gesloten)
aan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.
Opmerking: De jumperdraad (standaard gemonteerd) moet van de
betreffende aansluitingen worden verwijderd.
A
B
7 8
X 5M
1
3 Bevestig
de
kabel
kabelbinderbevestigingen.
"6.3.1 Elektrische bedrading aansluiten op de
EHSH/X(B)04+08P30+50EF
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P678717-1 – 2021.11
(zie
"4.2.1 De
binnenunit
4
3
2
1
7
8
Q4L
A
B
met
kabelbinders
op
Algemene
informatie,
zie
binnenunit" [ 4 19].
OPMERKING
Selecteer en installeer de veiligheidsthermostaat volgens
de geldende wetgeving.
Om onnodig inschakelen van de veiligheidsthermostaat te
vermijden, adviseren we het volgende:
▪ De veiligheidsthermostaat is automatisch opnieuw
instelbaar.
▪ De
veiligheidsthermostaat
temperatuurvariatiebereik van 2°C/min.
▪ Er is een minimale afstand van 2 m tussen de
veiligheidsthermostaat en de 3-wegsklep.
OPMERKING
Storing. Als u de jumper verwijdert (open circuit) maar de
veiligheidsthermostaat
stopstoring 8H-03 optreden.
INFORMATIE
Configureer de veiligheidsthermostaat ALTIJD nadat deze
werd geïnstalleerd. Zonder configuratie zal de unit het
contact van de veiligheidsthermostaat negeren.
6.3.13
Een Smart Grid aansluiten
Dit onderwerp beschrijft 2 mogelijke manieren om de binnenunit aan
te sluiten op een Smart Grid:
▪ In geval van Smart Grid-laagspanningscontacten
▪ In geval van Smart Grid-hoogspanningscontacten. Dit vereist de
installatie van de Smart Grid-relaiskit (EKRELSG).
De 2 binnenkomende Smart Grid-contacten kunnen de volgende
Smart Grid-standen inschakelen:
Smart Grid-contact
1
0
0
1
1
Het gebruik van een Smart Grid-pulsmeter is niet verplicht:
Als Smart Grid-pulsmeter ... is
Gebruikt
([9.A.2] Elektriciteitsmeter
2 ≠ Geen)
Niet gebruikt
([9.A.2] Elektriciteitsmeter
2 = Geen)
In geval van Smart Grid-laagspanningscontacten
Draden (Smart Grid-pulsmeter): 0,5 mm²
Draden (Smart Grid-laagspanningscontacten): 0,5 mm²
[9.8.4]=3 (Voeding met voordeel tarief elektriciteit
de
= Smart grid)
[9.8.5] Bedrijfsmodus Smart Grid
[9.8.6] Elektrische verwarmingstoestellen toestaan
[9.8.7] Kamerbuffering inschakelen
[9.8.8] kW-instelling beperken
De
bedrading
van
laagspanningscontacten is als volgt:
6 Elektrische installatie
heeft
een
NIET
aansluit,
zal
Smart-Grid-bedrijfsmodus
2
0
Vrij bedrijf
1
Gedwongen uit
0
Aanbevolen aan
1
Gedwongen aan
Dan is [9.8.8] kW-instelling
beperken ...
Niet van toepassing
Van toepassing
het
Smart
Grid
in
geval
Installatiehandleiding
maximaal
er
een
van
27