Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
8 Configuraties
8.1 Gasmeters met een encodertelwerk
Toepassing: als datalogger
UNICOM 300 is geschikt voor toepassing van gasmeters met een encoderuitgang van het fabricaat Itron,
GWF, Elster, Dresser, FMG, RMG, GFO of Aerzener die voorzien zijn van een NAMUR-interface. Om
gebruik te kunnen maken van deze functionaliteit moet parameter C.93.40 door middel van servicesoftware
UNITOOL worden ingesteld op ENCODER. Registratie van de encodertelwerkstand vindt plaats in telwerk 3.
8.1.1 Initialisatie encodertelwerkstand
Omdat UNICOM 300 voorzien is van een controle op de encodertelwerkstand zal niet elke telwerkstand
worden geaccepteerd (Uitlezen van de encoder telwerkstanden, hoofdstuk 8.1.4). Om bij plaatsing van
UNICOM 300 of bij het verwisselen van de gasmeter ervoor te zorgen dat UNICOM 300 eenmalig de
encodertelwerkstand overneemt, zijn in UNICOM 300 vier manieren om het encodertelwerk te initialiseren:
1. Indien de datalogger functies worden geactiveerd. Hierbij worden de intervallogger en de
historische logger gewist. Het activeren kan worden uitgevoerd met behulp van:
-
UNITOOL en het instellen van parameter C.93.30
of
-
Vindt plaats wanneer de klok van UNICOM 300 op tijd wordt gezet door bijvoorbeeld een
centraal acquisitiesysteem.
2. Wanneer parameter C.93.40 door middel van servicesoftware UNITOOL naar waarde encoder
wordt gezet.
3. Handmatige initialisatie door middel van SW4 (zie hoofdstuk 8.1.2)
4. Device init starten zoals beschreven in hoofdstuk 5.2.
8.1.2 Uitvoeren van handmatige encoderinitialisatie:
Met UNICOM 300 is het mogelijk dat gebruiker op locatie handmatig een encoderinitialisatie uitvoert.
De encoderinitialisatie wordt als volgt gestart:
-
Houd SW .4 ingedrukt totdat de Encoder statusled 1x per 2 seconden knippert of continue aan is.
-
Vervolgens zal de Encoder statusled de toestand van de encoderinitialisatie aangeven (zie tabel 7
en figuur 6).
8.1.3 Uitlezen van gasmetergegevens
UNICOM 300 zal, indien het encodertelwerk dit ondersteund, de gasmetergegevens uitlezen. Gegevens van
de gasmeter zijn serienummer, fabrikant en bouwjaar.
De gegevens van de gasmeter worden uitgelezen:
-
Bij initialisatie van het encodertelwerk, zie hoofdstuk 8.1.1.
-
Indien de encodertelwerkstand correct wordt uitgelezen nadat in het statusregister een melding voor
een foutief encodertelwerk uitlezing is gemaakt.
8.1.4 Uitlezen van encodertelwerkstanden
Wordt een encodertelwerk aangesloten zonder deze te initialiseren en de stand van het encodertelwerk is
lager of veel hoger dan de waarde in telwerk 3 (Vm3) van UNICOM 300, dan zal UNICOM 300 de
encodertelwerkstand niet overnemen. In het statusregister wordt een melding aangemaakt van een foutieve
uitlezing van het encodertelwerk.
Indien het encodertelwerk terugloopt, dan zal de telwerkstand niet door UNICOM 300 worden overgenomen.
Hiervan wordt een statusmelding gemaakt in het statusregister. Is de terugloop van tijdelijke aard, dan zal
UNICOM 300 de telwerkstand weer overnemen zodra deze weer groter is dan de laatst overgenomen
tellerstand.
DDN5000GHNL/11-2019/Rev.A5
UNICOM 300
15