Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
4
Simkaart
UNICOM 300 kan vanaf fabriek al voorzien zijn van een simkaart.
Geschikte GSM-abonnementen zijn bijvoorbeeld M2M abonnementen voor GSM CSD en/of GPRS/LTE
cat.1 data.
Bij toepassing van GPRS/LTE cat.1 zijn in UNICOM 300 een aantal instellingen noodzakelijk waarmee
UNICOM 300 zich kan aanmelden op een APN; de APN-naam met de daarbij horende gebruikersnaam en
wachtwoord.
4.1
Plaatsen of verwisselen van een simkaart
Open de UNICOM 300 (zie figuur 1, opmerking 2). De mini-SIM houder bevindt zich in het deksel van de
UNICOM 300 (zie figuur 3).
Druk met geringe kracht op de metaalkleurige sluiting van de mini-SIM houder en maak een draaibeweging
tegen de klok in, de mini-SIM houder wordt ontgrendeld waarna deze open valt. De mini-SIM kan geplaatst
worden met de goudcontacten naar achteren gericht en de afgeschuinde hoek naar boven (figuur 5, pos. 1).
Sluit de mini-SIM houder door de hierboven genoemde handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Plaats de SIM-kaart zoals aangegeven in figuur 5, pos. 2.
Test na het plaatsen van de mini-SIM de goede werking zoals beschreven in hoofdstuk 5.
Figuur 5: plaatsen mini-SIM en SIM-kaart
DDN5000GHNL/11-2019/Rev.A5
UNICOM 300
10