Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
4.2

Lasdraad aanbrengen

1. Monteer de draadhaspel volgens de aanwijzingen op pagina 11.
2. Controleer of de aanvoerrol (1) en het mondstuk (2) de juiste afmetingen
hebben.
Bij gebruik van dikke draad (3-4 mm):
Ontdoe de draadhaspel van de bandjes.
Haal het uiteinde van de draad naar buiten.
Let erop dat u voor draad van 4 mm soms een tang nodig hebt om de draad
te voorschijn te trekken.
Buig de draad recht.
3. Leid de draad door de groef in de aanvoerrol (1). Zorg dat de draad onder de
geleiderol (3) loopt.
4. Stel de draaddruk van de aanvoerrol af met de drukbout (4).
N.B. Haal de bout niet verder aan dan nodig is voor een probleemloze aanvoer.
5. Breng de draad naar buiten met de regeleenheid PEH/ PEK.
6. Draai tegelijkertijd aan de bouten (5) van de draadgeleider (6).
Wanneer de draadgeleider correct is afgesteld, komt de draad recht bij het
mondstuk (2) naar buiten.
N.B. Haal de bouten (5) niet steviger aan dan nodig is, omdat de draadaanvoer
bij overmatig aanhalen ongelijkmatig verloopt.
hfc1o1ha
- 14 -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave