6 Inbedrijfstelling
6.2.1
Bedradingsfouten opsporen
INFORMATIE
▪ U hoeft alleen een bedradingsfoutcontrole uit te voeren
als u niet zeker bent of de elektrische bedrading en
leidingen correct zijn aangesloten.
▪ Als u een bedradingsfoutcontrole uitvoert, zal de
hybride voor multibinnenunit gedurende 72 uur niet
werken met warmtepomp. Gedurende deze periode
neemt de gasboiler de hybridewerking over.
Vereiste: De binnenunit en de buitenunit moeten worden
geïnstalleerd en aangesloten.
Vereiste: Zorg dat de watertemperatuur in het systeem >25°C
bedraagt.
1 Verhoog de watertemperatuur in het systeem tot >25°C.
OPMERKING
Indien de watertemperatuur in het systeem ≤25°C
bedraagt, zal de platenwarmtewisselaar bevriezen of zal er
schade optreden.
2 Voer
de
stappen
uit
installatiehandleiding van de buitenunit of in de uitgebreide
handleiding van de buitenunit voor de installateur om
bedradingsfouten op te sporen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het nodige minimumwaterdebiet in de unit
gegarandeerd is.
6.2.2
Het minimum debiet controleren
1 Controleer naargelang de hydraulische configuratie welke
ruimteverwarmingslussen
mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen worden gesloten
(zie vorige stap).
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
proefdraaien" [ 4 22]).
4 Ga naar [6.1.8]:
> Informatie > Sensorinformatie >
Debiet om het debiet te controleren. Tijdens het testen/
proefdraaien van de pomp kan de unit onder dit vereist
minimumdebiet werken.
Omloopklep voorzien?
Ja
Wijzig de instelling van de
omloopklep om het minimum
vereiste debiet + 2 l/min te
bereiken
Minimum nodig waterdebiet
Modellen 05+08
6.2.3
Ontluchten
Vereiste:
Zorg
ervoor
dat
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Ga naar [A.7.3]:
> Installateurinstellingen >
Inbedrijfstelling > Ontluchting.
2 Stel het type in.
Installatiehandleiding
22
zoals
beschreven
in
kunnen
gesloten
worden
door
"6.2.5 Stelmotoren
Neen
Indien het werkelijke debiet
onder het minimumdebiet ligt,
zijn wijzigingen aan de
hydraulische configuratie vereist.
Verhoog het aantal
ruimteverwarmingslussen die
NIET kunnen worden gesloten of
installeer een drukgestuurde
omloopklep.
9 l/min
de
startpagina
van
3 Selecteer Ontluchting starten en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt automatisch wanneer
voltooid. Om het handmatig te stoppen, druk op
druk op
.
Warmteafgevers of verdeelstukken ontluchten
We raden aan om te ontluchten met de ontluchtingsfunctie van de
unit (zie boven). Als u echter de warmteafgevers of verdeelstukken
ontlucht, dient u op het volgende te letten:
WAARSCHUWING
Warmteafgevers
Vooraleer u warmteafgevers of verdeelstukken ontlucht,
controleer eerst of er een storing of
van de gebruikersinterface wordt weergegeven.
▪ Indien dit niet het geval, mag u deze onmiddellijk
ontluchten.
▪ Indien dit wel het geval is, zorg ervoor dat de kamer
waarin u wilt ontluchten voldoende verlucht wordt.
Reden: Er kan koelmiddel in het watercircuit lekken en
dus ook in de kamer wanneer u de warmteafgevers of
de
verdeelstukken ontlucht.
6.2.4
Proefdraaien
Vereiste:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau instellen op
2 Ga naar [A.7.1]:
Inbedrijfstelling > Testbedrijf.
3 Selecteer een test en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Resultaat:
Het
proefdraaien
automatisch wanneer voltooid (±30 min). Om het handmatig te
, selecteer OK en druk op
stoppen, druk op
INFORMATIE
Indien er 2 gebruikersinterfaces zijn, kunt u proefdraaien
vanaf beide gebruikersinterfaces.
▪ Op de gebruikersinterface die u gebruikte om proef te
draaien, verschijnt een statusscherm.
▪ Op de andere gebruikersinterface verschijnt een
scherm "in gebruik". U kunt de gebruikersinterface niet
gebruiken zolang het scherm "in gebruik" wordt
weergegeven.
6.2.5
Stelmotoren proefdraaien
Voer een stelmotortest uit om te controleren of de verschillende
stelmotoren goed werken. Wanneer u bijvoorbeeld Pomptest
selecteert, zal de pomp gaan proefdraaien.
Vereiste:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau instellen op
2 Controleer of de regeling van de kamertemperatuur, de regeling
de
van de temperatuur uittredend water en de regeling van het
warm tapwater via de gebruikersinterface op UIT gezet werden.
3 Ga naar [A.7.4]:
Inbedrijfstelling > Testbedrijf stelmotoren.
4 Selecteer een stelmotor en druk op
.
.
, selecteer OK en
of
verdeelstukken
ontluchten.
op de startpagina's
dat
de
startpagina
van
Installateur" [ 4 14].
> Installateurinstellingen >
. Voorbeeld: Verwarming.
.
start.
Het
proefdraaien
.
dat
de
startpagina
van
Installateur" [ 4 14].
> Installateurinstellingen >
. Voorbeeld: Pomptest.
CHYHBH05+08AF
Daikin Altherma R Hybrid
4P471756-1F – 2020.10
de
"Het
stopt
de
"Het