5 Configuratie
#
Code
[7.7.1.1]
[1‑00]
Weersafhankelijke curve (verwarming):
T t
[1‑01]
[1‑02]
[1-02]
[1‑03]
[1-03]
▪ T
(primair)
▪ T
INFORMATIE
Om zowel het comfort als de werkingskosten te
optimaliseren, wordt geadviseerd de weersafhankelijk
werking op basis van een instelpunt te kiezen. Stel de
instellingen zorgvuldig in, omdat ze een grote invloed
hebben op de werking van de warmtepomp, alsook van de
ketel. Een te hoge aanvoerwatertemperatuur kan als
gevolg hebben dat de ketel constant blijft werken.
De aanvoerwatertemperatuur: Secundaire zone
#
Code
[A.3.1.2.1]
Nvt
Instelpuntstand:
▪ 0 (Absoluut): Absoluut
▪ 1 (Weersafh): Weersafhankelijk
[7.7.2.1]
[0‑00]
Weersafhankelijke curve (verwarming):
T t
[0‑01]
[0‑02]
[0-01]
[0‑03]
[0-00]
▪ T
(secundair)
▪ T
Pompcontrole: stroomdoel
#
Code
Nvt
[8‑0B]
Streefdebiet tijdens werking
warmtepomp.
Nvt
[8‑0C]
Streefdebiet tijdens hybridbedrijf.
Nvt
[8‑0D]
Doeldebiet tijdens werking ketel.
INFORMATIE
Deze instellingen wijzigen kan een oncomfortabele situatie
veroorzaken. Zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur voor meer informatie.
Installatiehandleiding
18
Beschrijving
[1-00]
[1-01]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
Beschrijving
[0-03]
[0-02]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
Beschrijving
De aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
#
Code
[A.3.1.1.5]
[8‑05]
T a
Nvt
[8-06]
INFORMATIE
Wanneer modulatie van de aanvoerwatertemperatuur is
ingeschakeld, moet de weersafhankelijke curve hoger
worden ingesteld dan [8-06] plus het instelpunt van de
minimum aanvoerwatertemperatuur nodig om een stabiele
toestand voor het comfortinstelpunt voor de kamer te
bekomen. Voor meer efficiëntie kan modulatie het
instelpunt van de aanvoerwatertemperatuur verlagen. Door
de weersafhankelijke curve hoger te plaatsen kan deze
verlaging niet onder het minimuminstelpunt vallen. Zie de
onderstaande illustratie.
T t
+[8-06]
T a
−[8-06]
a
Weersafhankelijke curve
b
Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om
een stabiele toestand te bekomen voor het
comfortinstelpunt voor de kamer.
Beschrijving
Modulatie aanvoerwatertemperatuur:
▪ 0 (Nee): Uitgeschakeld
▪ 1
(Ja):
Geactiveerd.
aanvoerwatertemperatuur
berekend op basis van het verschil
tussen
de
gewenste
kamertemperatuur en de werkelijke
kamertemperatuur. Op deze manier
kan de warmtepomp beter voldoen
aan
de
werkelijk
benodigde
capaciteit, waardoor de warmtepomp
minder dikwijls moet starten en
stoppen
en
het
systeem
zuiniger werkt.
Maximummodulatie van de
aanvoerwatertemperatuur:
0°C~10°C (standaard: 5°C)
Heeft modulatie nodig om te kunnen
worden ingeschakeld.
Dit is de waarde waarbij de gewenste
aanvoerwatertemperatuur wordt
verhoogd of verlaagd.
a
b
T a
CHYHBH05+08AF
Daikin Altherma R Hybrid
4P471756-1F – 2020.10
De
wordt
aldus