Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Beveiliging van de computer
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
In dit gedeelte vindt u informatie over het beveiligen van uw computer tegen
diefstal en onbevoegd gebruik.
Werken met wachtwoorden
Met behulp van wachtwoorden kunt u voorkomen dat uw computer door
onbevoegden wordt gebruikt. Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld en
geactiveerd, verschijnt elke keer na het inschakelen van de computer een
wachtwoordscherm. Typ uw wachtwoord in dit scherm. De computer kan
pas worden gebruikt nadat het juiste wachtwoord is ingevoerd.
Opmerking: Dit wachtwoord kan bestaan uit een tot zeven alfanumerieke tekens in elke
combinatie.
Zie Help rechts in het scherm in de BIOS-instellingen voor informatie over
het instellen van het wachtwoord.
Het BIOS-instelprogramma starten:
1 Schakel de computer uit.
2 Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens BIOS Setup (BIOS-
instellingen).
23