Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Indien nodig het condensreservoir legen.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
Nabestelbare accessoires
Waarschuwing
Gebruik alleen accessoires en hulpapparaten die in de
gebruiksaanwijzing zijn opgegeven.
Het gebruik van andere dan in de gebruiksaanwijzing
aanbevolen werkgereedschappen of andere
accessoires kan letselgevaar opleveren.
Aanduiding
Luchtfilter TTK 125 S (filtervlies)
Condenspomp extern
10
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming:
Artikelnummer
7.160.000.006
6.100.003.030
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
Condenslekkage:
De compressor start niet:
luchtontvochtiger TTK 125 S
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer het vulpeil van het condensreservoir, indien
nodig leegmaken. De LED Condensreservoir (14) mag niet
gaan branden.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op
vervuilingen. Indien nodig het condensreservoir reinigen.
De vlotter moet soepel bewegen.
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op
vervuilingen. Indien nodig het condensreservoir reinigen.
De vlotter moet soepel bewegen.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt komt met de technische gegevens.
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Het luchtfilter
indien nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de condensor uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een vervuilde condensor
reinigen door een gespecialiseerd bedrijf of door Trotec.
• Het apparaat kan net een automatische ontdooiing
uitvoeren. Tijdens automatische ontdooiing vindt geen
ontvochtiging plaats.
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
• Controleer het apparaat op lekkages.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen, voor het
weer aansluiten op het stroomnet.
NL