•
Schuif de trekontlasting van de voedingskabel (4) in de voorziene ophanging (3).
•
Trek de voedingskabel (1) in de gewenste stand zodat de voedingskabel (2) zonder door te
hangen onder de lattenbodem kan worden gelegd. Let erop dat de kabel (2) niet te strak wordt
aangetrokken bij een verstelpositie.
•
Bevestig de voedingskabel door de trekontlasting van de voedingskabel (4) handvast aan te
draaien.
•
Bevestig de positie van de voedingskabel door de schroefverbinding (5) handvast aan te draaien.
NOODAFLAAT HOOFDEINDE
Het hoofdeinde kan met de hand worden neergelaten (noodaflaat wanneer de motor defect is).
l
Deze functie moet met minstens twee personen worden bediend.
Procedure:
1.
2.
3.
l
Er morgen zich geen voorwerpen of lichaamsdelen tussen het hoofdeinde en lattenbodem
bevinden. Gevaar voor knellen!
WIELEN
Om ongewenste verplaatsingen te vermijden kunnen alle wielen worden geblokkeerd.
2
1
l
Zet altijd alle wielen vast -- gevaar voor letsel !
Wanneer slechts één wiel wordt geblokkeerd, rollen de vrije wielen rond het geblokkeerde
wiel.
Maak de veilidheidspin van de bovenste motorbevestiging los.
Een persoon neemt het frame van het hoofdeinde vast terwijl de tweede
persoon de veiligheidspin verwijderd en de motor uit de ophanging haalt.
Laat het hoofdeinde zakken.
3
1
4
1
2
1
2
2 = Motorbevestiging
3 = Hoofdeinde
4 = Motor hoofdeinde
Rem activeren
Druk de grijze remplaat met de tip van Uw voet tot dat
de rem vastklikt. De wielen kunnen noch rollen noch
draaien.
Zet de remmen los
Duw de grijze remplaat met de tip van Uw voet in de
richting van het frame. De wielen worden nu
ontgrendeld en kunnen zowel rollen als draaien.
12
PRATIC
=
Veiligheidspin
2013-08