GEBRUIKERSHANDLEIDING
Schaarhefbrug
Bij indrukken, zal de hefbrug terug
zakken
in
de
eerst
vergrendelstand. Hiermee wordt de de
cilinder ontlast. Zorg daarom dat de
hebrug altijd in de vergrendeling staat.
VEILIGHEIDSDAALKNOP (6)
Bij indrukken zal de buzzer en na
enkele
seconden
de
bekrachtigd worden. De hefbrug zal nu
de laatste 400 mm dalen.
VERGRENDELING
COMPENSATIEPLATEN (9)
Alleen wanneer de hefbrug is voorzien
van compensatieplaten.
Wanneer de compensatieplaten niet
gebruikt worden, dient de schakelaar
altijd
op
"1"
te
staan,
compensatieplaten liggen dan vast.
VOLGORDE VAN GEBRUIK
Voertuigpositionering
Parkeer het voertuig in het midden van
de rijbaan.
Heffen
Zet de hoofdschakelaar (1) in de 1
positie en druk op de hefknop (3) tot de
gewenste hoogte is bereikt. De hefbrug
stopt nu automatisch.
Laat de hefbrug nu met behulp van de
parkeerknop (5) in de vergrendeling
dalen.
Indien er een wielvrij hefsysteem (WF)
aanwezig is kan dit systeem apart
bediend worden door keuzeschakelaar
(8) in de middelste stand te zetten.
Dalen
Druk de daalknop (4) in. De hefbrug zal
nu eerst 10-15cm stijgen, om de
vergrendeling vrij te laten komen en
dan dalen tot 400 mm boven de grond.
Kijk of de veiligheidsruimte onder en
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 - Fax: +31 348 475104 - Internet: www.autec.nl - E-mail: info@autec.nl
ASW5009/52,
ASW5009T/52,
ASW5009TWF/52
rondom de hefbrug vrij is van personen
volgende
of obstakels. Laat nu de hefbrug verder
dalen door op de veiligheidsdaalknop
(6) te drukken. Indien er een wielvrij
hefsysteem (WF) aanwezig is kan dit
systeem apart bediend worden door
keuzeschakelaar (8) in de middelste
stand te zetten.
ventielen
de
Ontluchten hydraulisch
systeem
Druk op de stijgknop (3) totdat de
hefbrug automatisch stopt in zijn
bovenste positie.
Druk vervolgens samen met de
stijgknop ook de overbruggingsknop
(Fig. 14) in. De hefbrug zal nu over de
eindschakelaars heen gaan.
Laat de pomp 5 seconden door
pompen. Controleer of beide rijbanen
even hoog gepositioneerd staan.
Indien dit niet het geval is moet het
systeem opnieuw ontlucht worden.
Let op, de overbruggingsknop mag
alleen gebruikt worden als er geen
gewicht op de hefbrug staat, ivm kans
op beschadiging van de manchetten
Nooddalen
In geval van een stroomstoring is het
mogelijk om de hefbrug te laten dalen
op de volgende wijze:
Voor de rijbaan
Zet de hoofdstroom schakelaar uit, in
de "0" positie
Indien de hefbrug in de mechanische
beveiliging staat, moet eerst met
AUTEC Automotive Equipment
handpomp
ontgrendeld worden. Wanneer de
hefbrug enkele centimeters geheven is,
bedien dan handmatig het pneumatisch
ontgrendelventiel (P Fig.15).
Verwijder
daalventielen (B, C en D, Fig.15)
Draai nu voorzichtig de handkraan
open, let op: de hefbrug zal nu dalen.
Met het meer of minder open draaien
van de handkraan kan de daalsnelheid
geregeld worden.
Wanneer deze volledig in de onderste
positie is aangekomen: voer de
bovenstaande
omgekeerde volgorde uit.
Voor het wielvrije hefsysteem:
Fig.14
Verwijder
daalventielen (B, C en D, Fig.16) los.
Draai nu voorzichtig de handkraan
open.
Wanneer deze volledig in de onderste
positie is aangekomen, zorg ervoor dat
het ventiel weer in de oorspronkelijke
stand komt.
UITGAVE 18-01-2016
(M,
Fig.15)
deze
de
dopmoer
van
het
handelingen
in
de
dopmoer
van
het
Fig. 15
NL/TA/ ASW5009/52-6