6. Stel de hoek van de nieuwe tanden in. Zie
Tandenhoek instellen in het hoofdstuk
Gebruiksaanwijzing.
7. Voordat u gaat beluchten nadat er tanden zijn
gemonteerd, moet u de beluchter testen op een
testgebied zodat u verschillende versnellingen van de
tractor kun uitproberen en de instellingen nauwkeurig
aanpassen om de gewenste insteekafstand en het
gewenste uiterlijk van het gazon te verkrijgen.
13
Tanddiepte instellen
(Modellen SR54–S en SR70–S)
Geen onderdelen vereist
Procedure
De tanddiepte kan ingesteld worden door de achterrol
omhoog of omlaag te brengen. De rolhoogte wordt
ingesteld door de afstelbouten van de rol naar de
gewenste stand te brengen.
Opmerking: De beluchter is standaard afgesteld op
stand A.
Figuur 27
• Stand A - Maximale diepte
• Stand B - Diepte is 3,8 cm kleiner dan in stand A
• Stand C - Diepte is 7,6 cm kleiner dan in stand A
14
De achterkap monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Achterkap
4
Schroef van 3/8 x 3-1/4 cm
12
Platte ring, (0,438 x 1,00 inch)
4
Borgmoer
2
Dop
Procedure
1. Monteer de doppen op de buisuiteinden van de
achterkap (Figuur 28).
1. Achterkap
2. Dop
2. Lijn de gaten van de montagebuizen van de achterkap
uit met de gaten in de zijplaten van de beluchter
(Figuur 28).
Opmerking: Bij modellen SR54–S en SR70–S
monteert u de buisuiteindes op de onderste
montage-openingen van de zijplaat als de tanddiepte
van de beluchter ingesteld is op stand A (Figuur 29).
19
Figuur 28
3. Bovenste montage-
opening
4. Onderste montage-
opening