Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
5

INGEBRUIKNAME

5.1
Algemeen
De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschre-
ven uitrusting vindt u op pagina 110. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
Kies draadtype en laspoeder of inert gas zodanig, dat de neerslag van de eigen
S
las wat analyse betreft zoveel mogelijk overeenkomt met het basismateriaal.
Kies de draadafmeting en de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van
de leverancier van het toegevoegde materiaal.
Een zorgvuldige voorbewerking van de naad is noodzakelijk voor een goed
S
lasresultaat.
LET OP! Er mogen geen ongelijke naadopeningen in de lasnaad voorkomen.
Om het risico van warmtebarstjes te vermijden moet de breedte van de las
S
groter zijn dan de indringingsdiepte.
Las altijd een proefwerkstuk met hetzelfde type naad en dezelfde plaatdikte als
S
het productiewerkstuk.
Zie de gebruiksaanwijzing van de A2--A6 Process Controller (PEH) voor de
S
besturing en instelling van de lasautomaat en de lasstroombron.
Voor vervanging van slijtende onderdelen, zie de tabel op pag. 204.
S
5.2
Beginnen
Laden van de lasdraad.
Demonteer de draadtrommel (1) van de
S
remnaaf (2) en maak de zijkant (3) los.
Plaats de draadspoel op de draadtrommel (1).
S
Knip de hechtdraden rond de draadspoel af.
S
Monteer de zijkant (3).
S
Monteer de draadtrommel (1) op de remnaaf (2).
S
Let erop dat de positie van de transporteur (4)
juist is.
N.B. De max. hellingshoek van de draadbobine is 25°.
Bij een te sterke helling ontstaat er slijtage aan het borgmechanisme
van de remnaaf en glijdt de draadbobine van de remnaaf.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf glijdt;
Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop,
S
volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
ffa9d1ha
- - 116 - -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A6 s g masterA6 s compact 500A6 sfe1A6 sfe2A6 sge1A6 sfe1c

Inhoudsopgave