OPLAADPROGRAMMA'S
Kies een programma door op de MODE-knop te drukken.
Stel de parameters in volgens de stappen 6-8 onder het kopje "OPLADEN".
Druk op START/PAUSE om het geselecteerde programma te starten.
Deze tabel beschrijft de verschillende oplaadprogramma's:
Accucapaciteit
Programma
(Ah)
40–1500Ah
NoRmAl
20–750Ah
40–1500Ah
Ca/Ca
20–750Ah
40–1500Ah
AGm/GEl
20–750Ah
40–1500Ah
AGm PoWER
20–750Ah
40–1500Ah
SuPPly
20–750Ah
12V
Stroomsterkte
Capaciteit min.
20A
40Ah
30A
60Ah
40A
80Ah
50A
100Ah
70A*
100Ah
• Bij gebruik van een stroomsterkte boven de aanbevolen waarde wordt de accu
mogelijk niet volledig opgeladen.
• Bij gebruik van een stroomsterkte lager dan de aanbevolen waarde neemt de
oplaadtijd toe.
• De genoemde stroomsterktes zijn de maximaal aanbevolen stroomsterktes voor
het opladen van accu's. Als er parallel aangesloten stroomverbruikende apparatu-
ur is, kan de huidige instelling met de desbetreffende waarde worden verhoogd.
• Sommige accufabrikanten adviseren afwijkende waarden. Raadpleeg bij twijfel
de fabrikant. In het algemeen luidt de aanbeveling dat GEL-accu's in het lagere
stroomsterktebereik moeten worden opgeladen, Power AGM-accu's in het hogere
bereik en de meeste andere accutypen in het middenbereik.
*) 70A/35A kan alleen worden geselecteerd voor het Supply-programma.
36 • NL
20015126D Manual MXTS70, All languages, Print file 003.indd 36
Beschrijving
Voor NATTE accu's en MF-accu's.
Voor Ca/Ca-accu's. Gebruik het Ca/Ca-programma voor maximaal
opladen met minimaal vloeistofverlies. Inclusief RECOND-stap. Gebruik
deze herstelfunctie jaarlijks en na elke diepe ontlading voor een maximale
levensduur en capaciteit van de accu.
Voor AGM- en GEL-accu's waarvoor opladen met een lagere spanning
wordt aanbevolen.
Voor AGM-accu's waarvoor opladen met een hogere spanning wordt
aanbevolen.
Met het Supply-programma gebruikt u de acculader als 12V/24V-
voedingsbron of voor float-onderhoudsladen wanneer een accucapaciteit
van 100% vereist is. Het Supply-programma activeert stap 7 zonder
tijd- of spanningsbeperking. Met het Supply-programma kan de acculader
gedurende 30 seconden 70A/12V of 35A/24V leveren.
Capaciteit max.
Stroomsterkte
100Ah
10A
150Ah
15A
200Ah
20A
-
25A
-
35A*
Gevaar van kortsluiting op de accukabels. Sluit de kabels eerst aan
op de acculader en pas daarna op de accu.
Risico van elektrische schok bij het aanraken van de positieve en
Temp. bereik
-20°C – +50°C
(-4ºF – +122ºF)
-20°C – +50°C
(-4ºF – +122ºF)
-20°C – +50°C
(-4ºF – +122ºF)
-20°C – +50°C
(-4ºF – +122ºF)
-20°C – +50°C
(-4ºF – +122ºF)
24V
Capaciteit min.
Capaciteit max.
20Ah
50Ah
30Ah
75Ah
40Ah
100Ah
50Ah
-
50Ah
-
WAARSCHuWING!
WAARSCHuWING!
negatieve polen tijdens het opladen
DE ACCULADER AANSLUITEN
Als de accuklemmen niet correct zijn aangesloten, verhindert de beveiliging
tegen omgekeerde polariteit dat de accu of de acculader wordt beschadigd.
1. Sluit de accukabel (inclusief de kabel van de temperatuursensor) aan op
de acculader.
2. Sluit het netsnoer aan op de acculader.
3. Sluit de rode klem aan op de positieve pool van de accu.
4. Sluit de zwarte klem aan op het chassis van het voertuig, op ruime
afstand van de brandstofleiding en de accu.
5. Sluit de acculader aan op een wandcontactdoos.
6. Neem de steker uit de wandcontactdoos vóórdat u de acculader loskop-
pelt van de accu.
7. Ontkoppel de zwarte klem vóórdat u de rode klem ontkoppelt.
–
1
–
+
+
Bij voertuigen met
een positief geaarde
accu zijn enkele stap-
pen anders:
3. Sluit de zwarte klem aan
op de negatieve pool
van de accu.
4. Sluit de rode klem aan
op het chassis van het
voertuig, op ruime
afstand van de brand-
3
4
stofleiding en de accu.
7. Ontkoppel de rode klem
vóórdat u de zwarte
klem ontkoppelt.
5
2
2011-10-11 13:02:03