Inhoudsopgave
Advertenties
Bijlage-2 Parameterlijst
2.1 Algemeen:
De parameterlijst heeft de volgende typen parameters:
•
Instel parameters waarin de werking en grenswaarden zijn vastgelegd.
•
Meetwaarden van de sensoren, status en alarmen.
•
Commando's
•
Interne parameters (b.v. netwerkaders en serie nummers)
De instel parameters worden éénmalig tijdens het inbedrijfstellen ingesteld (bv. Grenzen van
Setpoints). Deze parameters hoeven niet constant ingelezen te worden.
De meetwaarden, status en alarmen moeten wel constand ingelezen worden, echter deze waarden
mogen niet worden overschreven. De meetwaarden en status zijn constant aanwezig, de alarmen
zijn zolang aanwezig als de fout zich voordoet ze kunnen niet gereset worden.
De commando's worden alleen geschreven, het commando bit moet door de ALFA 75 RS485
worden verwijderd zodra deze door de ALFA 75 RS485 is uitgevoerd.
De interne parameters van de ALFA 75 RS485 kunnen alleen worden uitgelezen, ze worden
softwarematig in de ALFA 75 RS485 vastgelegd. Een uitzondering is het netwerk adres, deze kan
via de druktoetsen op de ALFA 75 RS485 worden ingesteld.
De parameters kunnen ook via de toetsen en het display op de ALFA 75 RS485 worden ingesteld
of uitgelezen. Het commando geforceerd koelen/vriezen kan ook via een ingang worden gegeven.
8
ALFA-75 RS485
Advertenties
Inhoudsopgave
