4 INSTALLATIE
4.1 Installatie van de externe unit
Stap 1: Plaats de draagconstructie van de externe unit.
(Kies een oplossing a.d.h.v. de situatie ter plaatse van de installatie)
1. Kies een installatieplaats a.d.h.v. de bouwtechnische eigenschappen van het
gebouw.
2. Bevestig de draagconstructie van de externe unit op de gekozen plaats m.b.v.
verankeringsschroeven.
Opmerking:
● Houd u bij de installatie van de externe
unit aan de benodigde
veiligheidsmaatregelen.
● Check na of de draagconstructie ten
minste het viervoud van het gewicht van
de unit kan dragen.
● De externe unit moet ten minste 3 cm
boven de vloer geïnstalleerd worden, dit
om aansluiting van de waterafvoer
mogelijk te maken.
● Voor units met een koelvermogen van
2300–5000 W zijn 6
verankeringsschroeven benodigd; voor
units met een koelvermogen van 6000–
8000 W zijn 8 verankeringsschroeven
benodigd; voor units met een
koelvermogen van 10 000–16 000 W zijn
10 verankeringsschroeven benodigd.
Stap 2: Bevestig het aansluitingselement voor de waterafvoer.
(Alleen voor units die over koel- en
verwarmingsfunctie beschikken)
1. Plaats het aansluitigselement in de
chassis-opening van de externe
unit, zie de afbeelding.
2. Sluit de afvoerslang aan op het
aansluitingselement.
Minstens 3 cm boven de
Afvoeropening
Aansluitingselement
Afvoerslang
19
vloer
Chassis