Gebruikershandleiding
Met Wi-Fi Direct is het mogelijk om de printer rechtstreeks, zonder toegangspunt, te verbinden met andere
apparaten. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Belangrijk:
c
Wanneer u een smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt), is
de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device en vindt communicatie tussen de
beide apparaten plaats. Omdat het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-
netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk
als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer
voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).
1. Selecteer
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
knop OK.
2. Selecteer Wi-Fi Direct.
3. Druk op de knop OK.
Als u Wi-Fi Direct-instellingen (eenvoudig toegangspunt) hebt geconfigureerd, wordt gedetailleerde
verbindingsinformatie weergegeven. Ga naar stap 5.
4. Druk op de knop OK.
5. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer
op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven om verbinding te maken.
Opmerking:
U kunt de verbindingsmethode controleren op de website. Scan met een smart device de QR-code die op het
bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de website te openen en ga vervolgens naar Instellen.
6. Voer op het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7. Nadat de verbinding is gemaakt, selecteert u Negeren of Sluiten op het bedieningspaneel van de printer.
8. Sluit het scherm.
op het startscherm.
Afdrukken
73
u d l r
en drukt u op de