Gebruikershandleiding
Gerelateerde informatie
"Papier laden" op pagina 21
&
Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
Wi-Fi instellen:
Configureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het lcd-scherm.
❏ Router
❏ Wi-Fi Direct
Bekabelde LAN-installatie:
Stel een netwerkverbinding in die gebruikmaakt van een LAN-kabel en een router, of wijzig deze.
Wanneer deze functie wordt gebruikt, zijn Wi-Fi-verbindingen uitgeschakeld.
Netwerkstatus:
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.
❏ Status vast netwerk/Wi-Fi
❏ Wi-Fi Direct-status
❏ statusvel
Controle van netwerkverbinding:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Geavanceerd:
Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.
❏ Apparaatnaam
❏ TCP/IP
❏ Proxy-server
❏ IPv6-adres
❏ NFC
❏ link Speed & Duplex
❏ HTTP omleiden naar HTTPS
❏ IPsec/IP-filter uitschakelen
❏ IEEE802.1X uitschakelen
De printer voorbereiden
35