Inhoudsopgave
Advertenties
nl - NL
Aanwijzingen voor installatie en planning
Installatievoorwaarden
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een installatie die voldoet aan
alle daarvoor geldende voorschriften, verordeningen en richtlijnen.
Daarnaast moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen, alsmede de regels van de techniek.
Transport
Het apparaat mag niet zonder transportbeveiliging worden
getransporteerd. Bewaar de transportbeveiliging. Monteer de
transportbeveiliging weer voordat u het apparaat transporteert
(bijvoorbeeld bij een verhuizing).
Algemene voorwaarden voor het gebruik
Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: 15 °C - 30 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 10 % - 85 %
Afhankelijk van de plaats van opstelling kan de constructie van het
gebouw geluiden en vibraties overnemen. Wanneer strenge eisen aan
het geluidsniveau worden gesteld, dient u een deskundige in te
schakelen.
Elektrische aansluiting
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd. Let
op het bijgeleverde schakelschema en de installatiehandleiding.
Het apparaat is afhankelijk van de uitvoering voorzien van een
aansluitkabel met of zonder stekker.
De bij de technische gegevens vermelde draaddoorsnede heeft alleen
betrekking op de benodigde aansluitkabel. Voor de andere leidingen
verwijzen wij naar de geldende nationale voorschriften.
Het apparaat kan met een vaste aansluiting of met een
stekkersysteem volgens IEC 60309-1 worden aangesloten. De
contactdoos of de schakelaar voor het loskoppelen van de
netspanning moet ook na de plaatsing van het apparaat toegankelijk
zijn.
Wij adviseren u het apparaat via een geschikte stekkerverbinding aan
te sluiten, zodat een elektrische veiligheidstest (bijvoorbeeld bij
reparatie of onderhoud) eenvoudig kan worden uitgevoerd.
Is volgens de voorschriften een aardlekschakelaar (RCD) vereist,
dan kan een aardlekschakelaar van het type A worden gebruikt
(geschikt voor wisselstroom).
Als het apparaat op een alternatieve spanningssoort moet worden
omgeschakeld, moet de betreffende instructie op het schema in acht
worden genomen. De omschakeling mag alleen door de
geautoriseerde vakhandel en door Miele worden uitgevoerd.
Koudwateraansluiting
Het apparaat mag zonder terugslagklep op de drinkwaterleiding
worden aangesloten, omdat het apparaat volgens de daarvoor
geldende normen is gebouwd.
Voor de aansluiting is een (water-) kraan met schroefkoppeling
vereist. Ontbreekt deze, dan mag het apparaat alleen door een
erkend installateur op de drinkwaterleiding worden aangesloten.
Een geschikte slang met schroefkoppeling wordt bij het apparaat
geleverd.
Als accessoire zijn er verlengslangen van 2,5 en 4,0 m. Deze zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en bij Miele.
Warmwateraansluiting
Voor de warmwateraansluiting (tot 70 °C) gelden dezelfde
aansluitvoorwaarden als voor de koudwateraansluiting.
Een geschikte slang met schroefkoppeling wordt bij het apparaat
geleverd.
Het apparaat kan worden aangesloten op een heetwaterleiding (70 °C
tot max. 85 °C). Hiervoor moet een speciale, hittebestendige
toevoerslang worden geplaatst.
Een geschikte toevoerslang is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en
bij Miele. Daarnaast moet het apparaat door Miele of een
geautoriseerde vakhandelaar worden geherprogrammeerd.
10
Om functionele redenen kan het apparaat niet alleen op een
warmwatervoorziening worden aangesloten.
Is ter plaatse geen warmwatervoorziening aanwezig, dan moet de
warmwateraansluiting op koud water worden aangesloten.
Alternatief moet u de warmwateraansluiting met de bijgeleverde
afdekking afsluiten en de besturing herprogrammeren op
koudwatertoevoer.
De benodige waterhoeveelheid voor warm water moet dan bij de
benodigde koudwaterhoeveelheid worden opgeteld.
Afvoerklep (afhankelijk van de variant)
Het legen van het apparaat gebeurt via een afvoerklep met
motoraandrijving. Met gebruikelijk montagemateriaal kan de automaat
rechtstreeks op een ter plaatse aanwezig afvoersysteem worden
aangesloten (zonder sifon) of op een vloerafvoer (zinkputje met
stankafsluiter).
Voor een goede afvoer moeten de leidingen beslist belucht zijn. Als
de beluchting onvoldoende is, kunt u een geschikte beluchtingsset
(M.-Nr. 05 239 540) bij de Miele-vakhandel of Miele bestellen.
Als meerdere apparaten op één verzamelleiding worden aangesloten,
moet deze leiding zo groot zijn dat u alle apparaten tegelijk kunt
gebruiken.
Afvoerpomp (afhankelijk van de variant)
Het water wordt afgepompt met een afvoerpomp voor een
opvoerhoogte tot 1 m. Om de waterafvoer niet te belemmeren, moet
de slang zonder knikken worden gelegd. De bocht aan het einde van
de slang kunt u draaien of eraf trekken.
Mogelijkheden om het water af te voeren:
1. Rechtstreekse aansluiting op een kunststof afvoerbuis met
rubberen mof (sifon niet verplicht).
2. Aansluiting op een wastafel met kunststof nippel.
3. Afvoer via een putje in de vloer.
Indien nodig kunt u de slang tot max. 5 m verlengen. Accessoires zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en bij Miele.
Voor een opvoerhoogte van meer dan 1 m (tot maximaal 1,6 m) kunt
u bij de Miele-vakhandel en bij Miele een vervangende afvoerpomp
bestellen.
Piekbelastings- / energiemanagement
Het apparaat kan met een ombouwset (optie) op een piekbelastings-/
energiemanagementsysteem worden aangesloten.
Het apparaat beschikt dan over 3 signaalcontacten op een
klemmenstrook. De klemmenstrook wordt met a, b, c en d aangeduid.
a - Uitgangssignaal, machinestart
b - Uitgangssignaal, verwarmingsvraag machine
c - Ingangssignaal piekbelasting, machine schakelt verwarming
d - Nuldraad
Bij activering van de piekbelastingsfunctie wordt de verwarming
uitgeschakeld en een programmastop uitgevoerd. In het display
verschijnt een betreffende melding.
Na de piekbelasting wordt het programma automatisch weer
voortgezet.
Aansluiting doseersysteem vloeibare middelen
Voor het doseren van vloeibare reinigingsmiddelen kunt u externe
doseerpompen met leegmelding gebruiken.
U kunt alleen doseerpompen met een eigen besturing c.q. een eigen
programmeermogelijkheid gebruiken.
PW 5082
09 235 250 / 03
Advertenties
Inhoudsopgave
