Display
q
w
e
Q5
Q4
Q3
Q2
Q1
Q0
Achterpaneel
CD
q
CUE-indicator
r
Geeft de cue-modus aan.
w
FOLDER-indicator
t
Licht op wanneer "Play Range" is ingesteld op "FOLDER. "
y
e
Indicator afspeelpositie
u
De weergavetijd voor de track wordt weergegeven.
r
AUTO/BPM-indicator
t
BPM-indicator
o
i
Tijdens de weergave- of cue stand-bymodus, wordt het tempo
(BPM) van de track automatisch gemeten en weergegeven.
y
Toonhoogteindicator
Geeft de toonhoogte aan.
u
Vergrendelingsindicator
i
AUTO CUE-indicators
o
Indicator sleutelaanpassing
Q0
Tijdindicators
q
w
Q1
CD-transportindicator
Bestandsnaam, titel, cd-tekst, albumnaam, artiestnaam
Q2
Tijdmodusindicators
ELAPSED: Verstreken tijd voor momenteel afgespeelde track
REMAIN: Resterende tijd voor momenteel afgespeelde track
TOTAL REMAIN: Resterende tijd voor alle resterende tracks
Q3
Indicators weergavemodus
SINGLE: Modus één afspelen
REPEAT: Modus herhaald afspelen
RANDOM: Modus willekeurig afspelen
Q4
Indicators tracknummer
Q5
Indicators weergavemodus
1 :
3 :
q
Digitale coaxiale uitgang
(DIGITAL OUTPUT SPDIF) ························································· (4)
w
Lch/Rch-lijnuitgangen
(ANALOG OUTPUT) ··································································· (4)
e
AC-ingang ··················································································· (7)
e
21
Tijdens afspelen
Tijdens pauze