1
Plaatsing van de vrijstaande kachel
A. Controleer het rookkanaal op veiligheid en kwaliteit. Bij voorkeur met een
camera systeem.
B. Gebruikt u een vloerplaat, legt u deze dan op de plek waar de kachel moet
komen te staan.
C. Zet de kachel op de vloerplaat.
D. Schuif nu eerst de gemonteerde pijp in de nisbus van uw gemetselde
rookkanaal. De kachelpijp is van roestvast staal en zet uit tijdens het stoken.
Daarom moet u de pijp niet helemaal in de nisbus of over het aansluitstuk
schuiven. Houd een speling aan van 1,5 cm.
E.
Plaats de kachel onder de pijp. De versmalling zit aan de onderzijde.
F.
Laat de pijp terugzakken in de aansluiting van de kachel.
G. Schuif aan de bovenkant van de pijp de rozet omhoog en maak hem met
twee schroefjes aan het plafond vast. U kunt ook een schroefje tussen de
rozet en de pijp draaien zodat de rozet blijft klemmen.
H. Draai de roestvast stalen schroef in het gaatje van de pijp. Zo zitten de
pijpdelen goed vast en kunnen ze niet in elkaar schuiven.
I.
De kachel staat nu op zijn plaats en de pijp is stevig bevestigd. Nu
controleert u de reflectieplaten in de kachel. Dit zijn crémekleurige
vermiculite platen die er uit zien als spaanplaat. Deze platen zorgen voor
een hogere verbrandingstemperatuur en een betere naverbranding.
J.
Breng de rookgas geleidingsplaat (vlamkeerplaat) in positie door deze
zover mogelijk naar achteren te schuiven.
K. Zorg voor voldoende beluchting van de ruimte waar de kachel is opgesteld.
Optioneel bevind aan de onderzijde van het toestel de mogelijkheid voor
directe luchtaanzuiging.
L.
Let er op dat de kachel brandveilig geïnstalleerd is! een erkende
kachelinstallateur is hiervoor opgeleid.
4